U kan hoger beroep instellen als de rechtbank uw vraag om schadevergoeding heeft afgewezen of als u het toegekende bedrag te laag vindt.

U kan dus geen hoger beroep instellen omdat u niet akkoord bent met de opgelegde straf of omdat er vrijspraak is. Enkel het Openbaar Ministerie kan in deze gevallen beroep instellen.

Tegen een arrest van een hof van assisen kan geen hoger beroep worden ingesteld, maar enkel een voorziening voor het Hof van Cassatie. Het Hof van Cassatie spreekt zich niet uit over de feiten maar controleert of er geen procedurefouten zijn gemaakt of er een slechte toepassing of uitlegging van de wet is gebeurd.

Raadpleeg uw advocaat om te oordelen of het zinvol is hoger beroep aan te tekenen.

In strafzaken moet het beroep in de regel binnen de 15 dagen worden aangetekend op de griffie van de rechtbank waar het vonnis is uitgesproken. Op deze griffie kan u verdere uitleg krijgen.

De zaak zal door een hogere rechtsinstantie opnieuw worden onderzocht en behandeld. De plaats en de datum hiervan zullen u worden meegedeeld. De procedure in hoger beroep is ongeveer gelijk aan deze. Indien u zich reeds burgerlijke partij hebt gesteld, hoeft u dit niet opnieuw te doen. Het is daarentegen niet mogelijk om u voor het eerst burgerlijke partij te stellen in hoger beroep.