Sinds 1 mei 2018 worden alle rechtspersonen wettelijk beschouwd als ondernemingen. Dat betekent dat boek XX van het Wetboek van economisch recht betreffende de insolventie van de ondernemingen van toepassing is op alle rechtspersonen, met inbegrip van de verenigingen en de stichtingen.

Concreet kunnen insolventieprocedures dus van toepassing zijn op verenigingen en stichtingen.

Het gaat ofwel om:

  • een procedure van gerechtelijke reorganisatie (door een minnelijk akkoord, door een collectief akkoord of door overdracht onder gerechtelijk gezag) met het oog op de volledige of gedeeltelijke redding van de onderneming, wanneer haar financiële problemen niet al te omvangrijk zijn;
  • een faillissementsprocedure met het oog op de vereffening van de onderneming, wanneer er geen hoop op redding meer is.