*

Op 1 januari 2025 treedt de wet van 16 mei 2024 houdende diverse bepalingen betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke in werking.

Doelstellingen van de hervorming 

Verschillende redenen hebben geleid tot een wijziging van de wet van 26 juni 1990 met betrekking tot de bescherming van de persoon van de geesteszieke: 

  • Trauma en stigma zoveel mogelijk voorkomen: gebruik zo min mogelijk dwangmaatregelen en geef zoveel mogelijk de voorkeur aan vrijwillige alternatieve oplossingen. De beschermende observatiemaatregel moet zoveel mogelijk worden vermeden en de duur mag niet langer zijn dan nodig.
    De zorg voor de persoon met een psychiatrische aandoening en hun omgeving moet altijd de prioriteit zijn, met de mogelijkheid om op vrijwillige basis een therapeutisch traject op te starten, waarbij de veiligheid van de maatschappij gewaarborgd wordt.
  • Het concept psychiatrische aandoening verduidelijken: de definitie aanpassen rekening houdend met de laatste ontwikkelingen in de geneeskunde, de nieuwe visie op geestelijke gezondheidszorg en met een groter respect voor de rechten van de patiënt in overeenstemming met het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (CRPD) en de rechten van het kind. Het is belangrijk een positieve wettelijke definitie te formuleren die voldoende ruimte biedt om permanente ontwikkeling in overeenstemming met de medische kennis mogelijk te maken. 
  • Het verminderen van het gebruik van de spoedprocedure: een periode van voorafgaande klinische evaluatie invoeren om het gebruik van de beschermende observatiemaatregel te beperken. Het is cruciaal om personen met psychiatrische aandoeningen te motiveren om zich vrijwillig te laten behandelen en om kritisch te beoordelen of een beschermende observatiemaatregel noodzakelijk is, dit om misbruik te voorkomen. De klinische evaluatieperiode werd daarom naar voren geschoven. 
  • Het gebruik van een standaardmodel voor medische verslagen: aanname van een model gebaseerd op zeven criteria voor het opstellen van het omstandig geneeskundig verslag. Dit document dient de toestand te beschrijven van de persoon die onder beschermingsmaatregel moet worden geplaatst en de noodzaak van deze maatregel rechtvaardigen. Het moet bij elke aanvraag gevoegd worden en is één van de bronnen waarop de vrederechter mede zijn beslissing zal baseren. De kwaliteit van het verslag is essentieel. 
  • Het betrekken van de persoon en zijn omgeving: analyseer zorgvuldig de mate waarin de persoon met een psychiatrische aandoening en zijn omgeving betrokken worden bij de procedure. De beschermende observatiemaatregel is een ingrijpende maatregel, zowel voor de persoon in kwestie als voor zijn omgeving.
  • Het invoeren van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden: dit is een nieuwe beschermingsmaatregel die een alternatieve tussenvorm biedt tussen de beschermende observatiemaatregel, die meer dwingend is, en de volledig vrijwillige behandeling, die buiten het toepassingsgebied van deze wet valt. Deze maatregel onderstreept het belang van een goede samenwerking tussen de rechtbanken en de geestelijke gezondheidszorg, in het bijzonder de GGZ-netwerken, alsook de samenwerking tussen de geestelijke gezondheidszorg, de politie en het openbaar ministerie. 

Wat verandert er op 1 januari 2025?

Dit zijn de belangrijkste wijzigingen: 

  • Definitie van “psychiatrische aandoening". Artikel 1/1 van de wet bepaalt: "Onder ‘psychiatrische aandoening’ moet worden verstaan: een stoornis die als zodanig wordt gedefinieerd volgens de huidige stand van de wetenschap en die in staat is om de perceptie van de werkelijkheid, het onderscheidingsvermogen, het denkproces, humeur of controle over het eigen handelen ernstig te verstoren en de onaangepastheid aan de zedelijke, maatschappelijke, religieuze, politieke of andere waarden wordt niet als een psychiatrische aandoening beschouwd"
  • De invoering in de wet van een definitie van “psychiatrische aandoening” sluit het probleem van verslaving als zodanig niet uit, zoals het Grondwettelijk Hof benadrukte in zijn uitspraak van 12 januari 2023. Dit arrest benadrukt dat deze stoornis iemand kan betreffen die lijdt aan een alcohol-, drugs- of geneesmiddelenverslaving, tenminste als de verslaving ernstig is. Dit arrest benadrukt verder dat het aan de bevoegde rechter is om te beoordelen of een persoon die lijdt aan een alcohol-, drugs- of geneesmiddelenverslaving beschouwd kan worden als iemand die lijdt aan een psychiatrische aandoening.
  • Het gebruik van het begrip 'beschermende observatiemaatregel' in plaats van 'gedwongen opname voor geesteszieken' of 'geesteszieke persoon' om stigmatisering te verminderen. 
  • Het invoeren van een gestandaardiseerd omstandig geneeskundig verslag. Dit verslag moet door een arts worden opgesteld. 
  • De mogelijkheid tot een klinische evaluatie van maximaal 48 uur (die alleen wordt uitgevoerd in het kader van de spoedprocedure) vooraleer besloten wordt om al dan niet een beschermingsmaatregel op te leggen. 
  • De spoedprocedure is hervormd met de invoering van een klinische evaluatieperiode. Deze periode stelt de procureur des konings in staat om een weloverwogen beslissing te nemen om een beschermende observatiemaatregel op te leggen, een vrijwillige behandeling onder voorwaarden voor te stellen of dat hij het dossier afsluit zonder verdere maatregelen. 
  • Artikel 9 is verruimd met twee wijzigingen: ten eerste is het begrip “residentiële instelling of inrichting” geïntroduceerd in plaats van “erkende psychiatrische dienst”. Ten tweede kan de klinische evaluatie plaatsvinden “artikel 9/2- in een residentiële instelling in de zin van artikel 4/1, alinea 2, of in een andere instelling die voldoende waarborgen biedt voor de veiligheid van de betrokkene en de samenleving, en observatie toelaat, zo nodig met tussenkomst van externe diensten, die zij aanwijzen”. Dit laatste aspect verbreedt de mogelijke opties, met uitsluiting van de thuisomgeving van een persoon met een psychiatrische aandoening. 
  • De invoering van een vrijwillige behandeling onder voorwaarden als nieuwe beschermingsmaatregel (van toepassing als onderdeel van een spoedprocedure of een gewone procedure). 
  • De vrijwillige behandeling onder voorwaarden vereist de toestemming van de persoon met een psychiatrische aandoening. Het is essentieel dat men zich er van vergewist dat de persoon daadwerkelijk in staat is om aan de opgelegde voorwaarden te voldoen. Er moet gezamenlijk door de betrokken persoon en de arts die verantwoordelijk is voor de behandeling (behandelend arts) een behandelplan worden opgesteld. Er bestaat een model van behandelingsplan.
  • Het is belangrijk op te merken dat de vrijwillige behandeling onder voorwaarden alleen van toepassing kan zijn als aan de voorwaarden voor toepassing van de wet is voldaan. 
  • Het gebruik van het begrip “instelling en residentiële instelling” in plaats van “erkende psychiatrische dienst”. Deze formulering verruimt het aantal instellingen waarin beschermende observatiemaatregelen en klinische evaluaties binnen 48 uur, die enkel plaatsvinden binnen de context van een spoedprocedure, kunnen uitgevoerd worden. 

Uitvoeringsbesluiten in voorbereiding

  • Koninklijk besluit ter regeling van de wijze waarop de kennisgevingen moeten gebeuren in het kader van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van personen met een psychiatrische aandoening en tot vaststelling van de informatie die deze kennisgevingen moeten bevatten. 
  • Koninklijk besluit ter bepaling van de wijze waarop de procureur des Konings en de procureur-generaal de straffen, vonnissen en beslissingen, genomen in het kader van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van personen die lijden aan een psychiatrische aandoening, ten uitvoer leggen
  • Wijzigingen aan het Koninklijk Besluit van 18 juli 1991 tot uitvoering van artikel 36 van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke. 

Overgangsrecht

De bepalingen van de wet van 16 mei 2024 zijn van toepassing op personen met een psychiatrische aandoening die ter observatie in een psychiatrische dienst werden opgenomen of ten aanzien van wie een verder verblijf werd gelast vóór de inwerkingtreding van deze wet.

De nieuwe mogelijkheden die door de nieuwe wet worden geboden (onder meer de mogelijkheid tot wijziging van de beschermende maatregelen, enz.), zijn onmiddellijk van toepassing zijn op oude “gedwongen opnames”. 

De nieuwe termijnen zullen ook van toepassing zijn voor de toekomst: als tot een verlenging van een observatiemaatregel wordt beslist na 1 januari 2025, moet deze tot 1 jaar beperkt worden.

De overgangsbepaling heeft echter geen invloed op reeds genomen rechterlijke beslissingen, noch wat betreft hun inhoud, noch wat betreft hun duur.

Dat betekent bijvoorbeeld dat een huidig verder verblijf van 2 jaar geldig blijft tot het verstrijken van de termijn van 2 jaar. Een nieuwe beslissing tot verlenging (genomen na 1 januari 2025) zal evenwel niet langer dan 1 jaar kunnen duren.