BRUSSEL, 27/09/2011.- Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken heeft samen met minister van Justitie De Clerck en partners uit de media- en de sociale wereld een eenvoudig middel uitgewerkt om slachtoffers en hun familieleden in geval van grote drama’s of incidenten te helpen bij hun contacten met de media.
Het gaat om een kaartje met basistips dat eerstelijns politiemensen onmiddellijk aan de betrokken families kunnen meegeven.
De bedoeling is te vermijden dat de betrokkenen een tweede keer slachtoffer zouden worden door de berichtgeving in kranten, op radio, tv en in de sociale media.
Annemie Turtelboom: “Door mijn periode als minister van binnenlandse Zaken heb ik veel persoonlijke contacten gehad met families en nabestaanden van slachtoffers. Dat was zo bij de brand in Luik, maar ook bij het overlijden van één van onze duikers van de civiele bescherming. Uit hun verhalen bleek dat zij midden die eerste ogenblikken van schok, overweldigende emoties en intens verdriet ook al meteen te maken kregen met vragen van journalisten. En zij waren daarop niet voorbereid. Het is voor alle betrokkenen en voor hun verwerking achteraf belangrijk dat de contacten tussen hen en hun familie enerzijds en de media anderzijds zo sereen mogelijk verlopen.“
Minister Turtelboom heeft slachtoffers, slachtofferbejegenaars, journalisten en collega’s-ministers bevoegd voor media en sociale zaken uitgenodigd om samen een oplossing te zoeken. Een werkgroep heeft een kaartje (formaat visitekaartje) met basistips en een website www.slachtoffersenmedia.be met uitgebreide informatie en getuigenissen op punt gesteld.
Snel basistips geven
De situatie bij “mediagevoelige” incidenten is zeer specifiek. Journalisten zijn zeer snel ter plaatse, veel sneller dan de specialisten in slachtofferhulp. En de media vragen meteen interviews, foto’s en beelden terwijl de familieleden van het slachtoffer zich in een zeer kwetsbare situatie bevinden. Daarnaast maken de sociale media zich in razende vaart meester van dergelijke drama’s en in de sociale media wordt informatie zelden gecontroleerd op waarheid.
De Federale Overheidsdienst Justitie en onder andere de Raad voor Journalistiek hebben eerder al zeer pertinente en waardevolle brochures en folders gepubliceerd over de contacten tussen slachtoffers en media. Deze teksten richten zich vooral tot gespecialiseerde slachtofferbejegenaars die meestal pas enkele uren na het gebeuren op de plek van een incident komen.
Annemie Turtelboom: “We hebben nu een manier gezocht om de familieleden in dergelijke situaties bijna ogenblikkelijk enkele basistips te geven. Bijvoorbeeld: wil je met journalisten praten? Wat wil je vooral zeggen? Heeft het slachtoffer een account op facebook: wat doe je ermee?”
“Ons doel is dat de families van slachtoffers bij zeer mediagevoelige incidenten toch even de tijd krijgen, even kunnen nadenken en enkele beslissingen kunnen nemen eer ze met de media praten. Met het kaartje hopen we die mensen te kunnen helpen.”
Slachtofferbejegening is één van de hoofdtaken van de basispolitiezorg en de lokale politie is meestal als één de eersten ter plaatse. Daarom zullen de politiemensen het kaartje overhandigen aan slachtoffers en hun familie als het om mediagevoelige situaties gaat. Die eerstelijns politiemensen zullen ook kort toelichting geven. Specialisten in slachtofferhulp nemen daarna de verdere opvang van de slachtoffers en hun familieleden over.
Breed draagvlak
Zowat alle betrokken federale, gewestelijke en gemeenschapsministers en tal van mensen en verenigingen hebben het project intussen hun steun betuigd.
Voor de ministers Turtelboom van Binnenlandse Zaken en De Clerck van Justitie is het van groot belang dat het project gedragen wordt door zoveel als mogelijk diensten en organisaties.
Stefaan De Clerck, minister van Justitie: “In het domein van slachtofferopvang werken talrijke overheden en diensten. Ook voor Justitie is een goede slachtofferomkadering prioritair. Dit begint dikwijls onmiddellijk na de feiten. Reden te meer om samen oplossingen te zoeken om deze begeleiding nog te verbeteren. Het kaartje is een aanvullend instrument dat tegemoet komt aan een reële nood. Op het einde van de rit is er maar één groep mensen die hier telt: de slachtoffers en hun naasten. Die mensen moeten ondersteund worden.”
Wat de politie betreft, voeren de Vaste Commissie voor de Lokale Politie en de Federale politie het project nu voort uit op het terrein. De komende weken ontvangen de 195 de politiezones en de Federale politie samen 55.000 kaartjes.
Het Rode Kruis Vlaanderen en le Croix Rouge de Belgique zullen de kaartjes ook testen.
Het project loopt in de drie landstalen.
Opleiding politie aangepast
Het kaartje, een eerste sensibiliseringsmoment, wordt ondersteund door een reeks maatregelen:
- Een website www.slachtoffersenmedia.be met uitgebreide raadgevingen die eerder bestemd zijn voor hulpverleners of andere mensen die de slachtoffers begeleiden.
- De omzendbrief over de politionele slachtofferbejegening in de geïntegreerde politie wordt aangepast
- Het luik “slachtofferbejegening” in de basisopleiding van politie-inspecteur wordt aangevuld met informatie over het kaartje en de website.
- De voortgezette opleiding slachtofferbejegening voor het politiepersoneel wordt aangepast.
- Organisaties en diensten die het project steunen, kunnen de teksten op hun eigen website plaatsen.
Op het kaartje kan de eerstelijns politie-inspecteur een telefoonnummer noteren van de slachtofferbejegenaar van de politiezone of van een hulpverlener van een organisatie gespecialiseerd in slachtofferbejegening. Als zij ter plaatse komen, kunnen deze specialisten de basistips verder uitleggen en kunnen zij daarbij eventueel gebruik maken van de teksten op de website.
Inhoud van het kaartje :
Je bent slachtoffer of familielid van een slachtoffer en je krijgt vragen van de media.
Maak goede afspraken!
- Denk rustig na: wil je in de media komen? En zo ja, hoe?
- Je kan een “woordvoerder” aanduiden. Zij of hij is dan het enige aanspreekpunt voor de media. Dit kan een vriend, familielid, kennis of professional zijn.
- Als je een interview geeft, bereid het goed voor. Zet een paar trefwoorden op papier.
- Vraag of je de tekst van je interview mag nalezen.
- Maak afspraken over gefilmd materiaal en foto’s. Geef eventueel zelf een mooie foto van de getroffene aan de media.
- Je bent niet verplicht een interview of foto’s te geven. Je mag er bij de journalisten op aandringen dat zij jouw privacy en die van je familie respecteren.
- Wees extra alert in geval van kinderen. Minderjarigen betrokken in een rechtszaak mogen niet in de media gebracht worden.
Jouw contactpersoon, tel : ….………………
Meer info:
- www.slachtoffersenmedia.be
- Lieselot Bleyenberg, woordvoerster van Stefaan De Clerck, minister van Justitie
GSM: 0496 13 53 61