Verkeersovertredingen worden steeds vaker en efficiënter aangepakt. Er worden meer en meer bestuurders geïdentificeerd, er is een hogere pakkans en nieuwe innovatieve betaalinstrumenten maken hun intrede. Welke tendensen zagen we in 2024 in het verkeer? Een overzicht van de belangrijkste cijfers.
Bestuurders van bedrijfswagens vaker geïdentificeerd
Ongeveer 1/3 van de verkeersovertredingen in België wordt gepleegd met een bedrijfsvoertuig. In het eerste kwartaal van 2024 telde België 626.000 bedrijfswagens.
Om onze Belgische wegen veiliger te maken, is het cruciaal dat Justitie weet welke persoon de verkeersovertreding beging. Alleen zo kunnen hardleerse recidivisten strikter en sneller worden aangepakt. Een onderneming die een verkeersboete krijgt, heeft daarom een identificatieplicht en moet aan Justitie laten weten wie achter het stuur zat op het moment van de overtreding.
In 2023 en 2024 identificeerde ongeveer 75% van de ondernemingen de bestuurder. Dit is een enorme stijging tegenover 2022 toen er nog maar 57% van bedrijven de bestuurder identificeerde. Bedrijven die niet aan deze identificatieplicht voldoen, riskeren een boete.
Veelplegers aanpakken
Met 43.591 verkeersslachtoffers, waaronder 363 doden in 2024, is er nog een lange weg te gaan naar de Europese doelstelling van 0 dodelijke verkeersslachtoffers tegen 2050. Daarom blijft verkeersveiligheid een topprioriteit voor Justitie.
Minister van Justitie Annelies Verlinden wil strengere maatregelen nemen tegen mensen die herhaaldelijk zware verkeersinbreuken plegen. De bedoeling is vooral om hun gedrag te veranderen.
Om recidive doeltreffender aan te pakken, is het cruciaal dat Justitie een volledig beeld krijgt van alle verkeersovertredingen die een persoon begaat. Daarom wordt het Boeteplatform van Justitie versterkt. Door alle overtredingen centraal te registreren – van rijden zonder verzekering, rijden onder invloed, rijden zonder rijbewijs tot gsm-gebruik achter het stuur – kan Justitie veelplegers gerichter opsporen en vervolgen.
Een essentieel puzzelstuk om recidive te voorkomen, is de identificatie van de bestuurder. Zeker wanneer een voertuig op naam van een bedrijf staat, moet steeds vaststaan wie er op het moment van de overtreding effectief achter het stuur zat. Alleen zo kan Justitie veelplegers aanpakken.
Wie zijn de verkeersovertreders? Een profiel
Het merendeel van de initieel geïdentificeerde verkeersovertreders zijn burgers, 64% in de periode 2022-2024. Ruim 36% zijn ondernemingen.
Het merendeel van de verkeersovertreders woont in België, 84%. Daarentegen wonen 15% in een EU-lidstaat.
Naast de Belgische overtreders, zijn de verkeersovertreders hoofdzakelijk inwoners uit onze buurlanden zoals Nederland (5,69%), Frankrijk (4,98%), Duitsland (1,7%) en Luxemburg (0,7%). Een kleine groep overtreders komt uit Polen (0,67%).
Een efficiëntere afhandeling van verkeersdossiers
De cijfers tonen duidelijk aan dat de grote meerderheid van de verkeersovertredingen afgehandeld wordt op basis van een onmiddellijke inning door de politie. Dat betekent dat de verkeersovertreding automatisch wordt afgehandeld via het Boeteplatform van Justitie en/of wordt behandeld door het Parket voor de Verkeersveiligheid dat sinds juli 2022 van start ging.
Voor de zware verkeersovertredingen zal het openbaar ministerie bijvoorbeeld een minnelijke schikking opstellen of de overtreder dagvaarden voor de politierechtbank.
93% van alle verkeersdossiers in de periode 2022-2024 zijn onmiddellijke inningen. In 2024 zien we een stijging van ongeveer een half miljoen verkeersovertredingen tegenover 2023 of een stijging van 700.000 verkeersovertredingen tegenover 2022.
De stijging is opmerkelijk in Wallonië (44% in de periode 2022-2024) en in Brussel (32% in de periode 2022-2024). Al blijft Vlaanderen met 4,4 miljoen het hoogste absolute aantal verkeersdossiers hebben. Een kleine minderheid van amper 7% van de verkeersdossiers betreft zware overtredingen die worden vervolgd met een klassiek proces-verbaal.
Dankzij automatisering en het parket voor de Verkeersveiligheid is het mogelijk om verkeersovertredingen effectief en op een uniforme manier te vervolgen.
Snelheid als nummer 1 verkeersinbreuk
Het merendeel van de onmiddellijke inningen door de politie (93%) gaat over snelheidsovertredingen. Die handhaven blijft heel belangrijk omdat 1 op 3 verkeersdoden te wijten is aan overdreven snelheid.
Hogere pakkans door meer handhaving en samenwerking
De helft van alle verkeersovertredingen werd in 2024 vastgesteld door trajectcontroles en mobiele camera’s. De meeste overtredingen zijn gebaseerd op vaststellingen van vaste camera’s (28%).
Op het vlak van handhaving en verhoging van de pakkans plukken we nu de vruchten van eerder gedane investeringen zoals meer trajectcontroles, mobiele camera’s en de nauwe samenwerking met de politiediensten. Ook werden op snelwegen de tolerantiemarges afgeschaft waardoor de handhaving op snelheid strikter gebeurt.
Ter herinnering: een tolerantiemarge voert een bijkomende snelheidsdrempel in voor het opstellen van een proces-verbaal. Pas als de gemeten snelheid deze drempel overschrijdt, stelt de politie een proces-verbaal op. Men mag tolerantiemarges niet verwarren met de technische foutenmarge van de snelheidscamera. Deze foutenmarge blijft ongewijzigd. De technische foutenmarge bedraagt nu 6km/u voor snelheden onder de 100km/u. Voor snelheden boven de 100km/u is de technische foutenmarge 6% van de toegelaten snelheid. Op een plaats waar de maximaal toegelaten snelheid 120km/u bedraagt, kan men dus een snelheidsboete verwachten wanneer men 129 km/u rijdt of meer.
De proportie van vaststellingen van snelheidsovertredingen via trajectcontroles blijft stabiel, maar opvallend is de stijging van het aantal mobiele camera’s door de politie, met maar liefst 10% ten aanzien van 2023. Iets minder dan 30% van de verkeersovertredingen wordt vastgesteld door een vaste camera.
Hoe vaak worden verkeersboetes betwist?
Wie een verkeersboete krijgt, kan deze betwisten op basis van persoon. Bijvoorbeeld: “Ik was niet de werkelijke bestuurder van het voertuig.” Of op basis van feiten. Bijvoorbeeld: “Om medische redenen moest ik snel naar het ziekenhuis.”
In 2023-2024 werden in ongeveer 26-27% van de gevallen boetes betwist op persoon. Van deze betwistingen op persoon is het merendeel, 97%, een onderneming die een werkelijke bestuurder aanduidt.
Het aantal betwistingen op persoon door een onderneming is tegenover 2022 gestegen met maar liefst 38%. Dat heeft te maken met het feit dat steeds meer ondernemers de werkelijke bestuurder identificeren. Slechts een absolute minderheid van bijna 3% van de betwistingen gebeurt door burgers.
Betwistingen op feiten komen slechts heel zelden voor, 1% in 2024. Deze categorie van betwistingen gebeurt in ¾ van de gevallen door burgers.
Bevel tot betalen: slechts zelden beroep aangetekend
Een vrij nieuw instrument in de verkeershandhaving is het bevel tot betalen (BTB). Verkeersovertreders die ondanks 3 boetebrieven van Politie en het Openbaar Ministerie weigeren hun verkeersboete te betalen, krijgen een bevel tot betalen. Dankzij een bevel tot betalen is een verkeersboete uitvoerbaar en kan ze gedwongen worden geïnd door de FOD Financiën zonder een lange procedure voor de rechtbank. Ook is het mogelijk dat Financiën het openstaand bedrag aan verkeersboetes inhoudt op een bedrag dat de burger of onderneming anders terug zou terugkrijgen van de belastingen.
De wet geeft de mogelijkheid aan de burger om beroep aan te tekenen bij de politierechtbank als hij niet akkoord is met het bevel tot betalen. Cijfers uit de dossiers van de periode 2023-2024 tonen aan dat dit slechts zeer zelden gebeurt, namelijk in minder dan in 1% van de gevallen oftewel 5.300 dossiers op jaarbasis.
Annelies Verlinden, Minister van Justitie
Er vallen nog steeds te veel doden en slachtoffers op onze wegen en dus moeten we nog ambitieuzer zijn als het gaat over verkeersveiligheid. We zullen daarom inzetten op een kordatere aanpak van de hardleerse overtreder en al zeker van zij die overtreding na overtreding blijven opstapelen. Met een veelplegersdatabank zullen we deze categorie van overtreders van dichtbij kunnen opvolgen en sneller en gepaster reageren. Het zal ook een prioriteit zijn om naar de toekomst toe het aantal niet-geïdentificeerde overtreders drastisch naar omlaag te krijgen. Iedereen die zich misdraagt op onze wegen, moet daar de gevolgen van kunnen dragen. Met dit kordater verkeersveiligheidsbeleid streven we maximaal mee naar ‘Vision Zero’ om tegen 2050 geen verkeersdoden meer te hebben op de Europese wegen.