24 augustus 2010

Via de media circuleert de denkpiste om ook voor magistraten de verplichting in te voeren om hun nevenactiviteiten in commissies, onderwijs, verenigingen publiek te maken.

 

Minister van Justitie Stefaan De Clerck stelt dat hiermee de verkeerde indruk wordt gewekt alsof deze informatie niet beschikbaar zou zijn en alsof er systematische misbruiken zouden bestaan.

In afwachting van verder onderzoek van het voorstel onderlijnt hij:

  • op dit ogenblik is de FOD Justitie volledig op de hoogte van alle werkzaamheden van magistraten in commissies of voor onderwijsopdrachten; in veel gevallen is daar zelfs een voorafgaande toestemming voor nodig; ook eventuele bezoldigingen zijn bekend.

 

  • wat de plaatsvervangende rechters betreft, wordt ervan uitgegaan dat deze functies gaandeweg zullen afgeschaft worden; wat de handelsrechters betreft, is de Hoge Raad van Justitie gestart met een grondige analyse.
  • daarnaast gelden voor magistraten zeer strikte regels inzake onverenigbaarheid en wraking bij mogelijke belangenconflicten. Wetgeving en deontologie bieden hiervoor een stevige bescherming.

 

  • lidmaatschappen van verenigingen behoren niet tot de basisinformatie waarover de FOD Justitie beschikt; indien zou blijken dat hier een belangrijk hiaat schuilt, dat aanleiding kan zijn voor misbruiken, is het zeker te overwegen dat de FOD Justitie ook deze informatie bij de curricula bijhoudt.

 

Al bij al is het beter om het bestaande actieve informatiesysteem te handhaven en waar nodig te vervolledigen, eerder dan een passieve jaarlijkse meldingsplicht op te zetten.