Wat gebeurt er nadat u een aanvaag voor financiële hulp hebt ingediend bij de Commissie Financiële Hulp?
In de hiernavolgende tekst bent U “de verzoeker”.
- Het secretariaat van de Commissie opent een dossier en bekijkt het verzoek;
- Het stuurt een ontvangstbewijs;
- Indien het secretariaat meent dat het dossier volledig is, kan hij aan de verzoeker voorstellen de door de wet van 15 december 2022 ingevoerde facultatieve versnelde procedure toe te passen; de verzoeker kan steeds de toepassing van deze procedure weigeren;
- Indien het secretariaat meent dat het dossier onvolledig is of indien de verzoeker heeft gevraagd om door de Commissie gehoord te worden, voorbereid het secretariaat het dossier; het vult het dossier aan teneinde de gewone procedure toe te passen.
Facultatieve versnelde procedure
De wet van 15 december 2022 heeft een facultatieve versnelde procedure (FVP) naast de gewone procedure toegepast.
Wat betekent dit?
Het gaat om een
- Facultatieve: het toepassen van deze procedure wordt aan de keuze van de verzoeker overgelaten (de Commissie kan deze procedure weigeren toe te passen, zelfs wanneer de verzoeker daarvoor gekozen heeft) ; de « gewone » procedure blijft de regel;
- Versnelde: deze procedure laat toe tijd te winnen door een aantal stappen links te laten (opstellen van een verslag, termijnen om te antwoorden, enz, …);
- Procedure: de basisregels (toekenningsvoorwaarden, schadeposten, maximum bedragen, …) worden niet gewijzigd
Toepasselijke regels
Artikel 34 bis/1 van de wet van 1 augustus 1985 beschrijft de facultatieve versnelde procedure. De teksten in cursief onderaan zijn citaten uit de wettekst.
In de hiernavolgende tekst bent U “de verzoeker”.
§ 1. Als het verzoekschrift volledig is en het vergezeld is van de in artikel 34 bedoelde stavingstukken, richt de secretaris van de commissie, de secretaris-afdelingshoofd of een adjunct-secretaris aan de verzoeker per aangetekende zending een ontvangstbevestiging waarin hem kennis ervan wordt gegeven dat het verzoek overeenkomstig de bepalingen van dit artikel op stukken zal worden behandeld, behalve wanneer de verzoeker in het verzoekschrift heeft vermeld dat hij wenste gehoord te worden overeenkomstig artikel 34bis/2. |
De toepassingsvoorwaarden zijn:
- een volledig verzoekschrift + vergezeld van de nodige stavingsstukken;
- de verzoeker heeft niet gevraagd om gehoord te worden.
In dat geval, kan de secretaris de toepassing van de facultatieve versnelde procedure (FVP) voorstellen.
- de secretaris moet het dossier bekijken ; hij beslist of de FVP mogelijk en nuttig kan zijn;
- de secretaris kan de verzoeker uitnodigen om het dossier aan te vullen.
… de secretaris [richt] aan de verzoeker per aangetekende zending een ontvangstbevestiging waarin hem kennis ervan wordt gegeven dat het verzoek overeenkomstig de bepalingen van dit artikel op stukken zal worden behandeld (…) In de kennisgeving wordt de tekst van dit artikel overgenomen. De verzoeker die niet heeft vermeld dat hij wenst gehoord te worden, kan per aangetekende zending binnen een maand na deze kennisgeving zich nog verzetten tegen de toepassing van de schriftelijke procedure. |
De verzoeker kan steeds de toepassing van de FVP weigeren:
- ofwel door zijn wens om gehoord te worden in het verzoek te vermelden;
- ofwel door zich binnen de maand tegen de toepassing van de FVP te verzetten;
Wanneer de verzoeker overeenkomstig artikel 34, vierde lid, evenwel onherroepelijk afstand heeft gedaan om te worden gehoord, wordt niet overgegaan tot de in het eerste lid bedoelde kennisgeving. |
Uitzonderlijk: Wanneer de verzoeker overeenkomstig artikel 34, vierde lid, evenwel onherroepelijk afstand heeft gedaan om te worden gehoord, kan het secretariaat de FVP toepassen zonder kennisgeving.
Opgepast: de Commissie / de Voorzitter kan altijd beslissen om de verzoeker te horen.
Een afschrift van het in artikel 34 bedoeld inleidend verzoekschrift en, in voorkomend geval, een afschrift van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving worden aan de minister van Justitie ter kennis gebracht. Hij kan zich verzetten tegen de toepassing van de schriftelijke procedure per aangetekende zending binnen een maand na deze kennisgeving. |
Aangezien er in de FVP geen verslag opgesteld wordt, dat aan de afgevaardigde van de Minister betekend dient te worden, krijgt deze laatste een afschrift van het inleidend verzoekschrift alsook van de kennisgeving (behalve wanneer de verzoeker afgezien heeft van het recht om gehoord te worden)
De afgevaardigde van de minister zorgt voor de correcte toepassing van de wet. Hij kan zich verzetten tegen de toepassing van de FVP.
§ 2. De voorzitter van de kamer, die zitting houdt als enig lid, doet uitspraak over het verzoek op stukken, bij met redenen omklede beschikking. |
- De voorzitter van de kamer houdt zitting als enig lid,
- Hij doet uitspraak over het verzoek op stukken, (dit betekent dat de partijen niet gehoord worden)
- Zijn beslissing neemt de vorm van een met redenen omklede beschikking.
Als hij van oordeel is dat het dossier onvolledig is of dat hij zelf onvoldoende is geïnformeerd, verwijst hij het dossier bij met redenen omklede beschikking terug naar de rol opdat er zou worden gehandeld overeenkomstig de artikelen 34bis en 34bis/2. Hij handelt op dezelfde wijze als hij van oordeel is dat de verzoeker moet worden gehoord, wanneer hij van oordeel is dat het van belang is om het advies van de minister van Justitie in te winnen of wanneer hij van oordeel is dat de zaak, gelet op de bijzondere aard ervan, in het belang van een goede rechtsbedeling moet worden voorgelegd aan een kamer die uit drie leden bestaat. De beschikking van de voorzitter van de kamer, die zitting houdt als enig lid, wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 34quinquies |
- De voorzitter kan ook weigeren de FVP toe te passen
- … zijn beslissing is gemotiveerd
- … tegen deze beschikking kan echter geen rechtsmiddel worden aangewend. (art. 34 quater, laatste lid).
- De “gewone” procedure wordt dan toegepast.
§ 3. In geval van verzoeken die kennelijk onontvankelijk of kennelijk ongegrond zijn, wordt er gehandeld conform de voorafgaande paragrafen. Er wordt echter steeds overgegaan tot de in het eerste lid van de eerste paragraaf bedoelde kennisgeving, ook indien de verzoeker expliciet afstand heeft gedaan om te worden gehoord; de kennisgeving vermeldt dat de secretaris van de commissie, de secretaris-afdelingshoofd of een adjunct-secretaris van oordeel is dat het verzoek kennelijk onontvankelijk of kennelijk ongegrond is. In dat geval kan de verzoeker zich verzetten tegen de toepassing van de schriftelijke procedure, overeenkomstig het derde lid van de eerste paragraaf. |
- De verzoeken die kennelijk onontvankelijk of kennelijk ongegrond zijn, werden voordien al door een alleenzetelende voorzitter behandeld ; ze zullen voortaan op stukken afgehandeld worden, zonder verslagen, overeenkomstig de FVP ;
- Er dient echter steeds overgegaan te worden tot een kennisgeving aan de verzoeker;
- De verzoeker kan zich altijd daartegen verzetten, alsook de minister;
- De “gewone” procedure wordt dan toegepast.
De beslissing van de voorzitter wordt bij een ter post aangetekende brief bekendgemaakt aan de verzoeker, en per gewone post aan zijn advocaat.
De verzoeker en de minister van Justitie kunnen tegen de beslissing van de commissie een beroep tot nietigverklaring instellen bij de Raad van State, overeenkomstig artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Gewone procedure
Wat betekent dit?
Het gaat om een meer complexe procedure tijdens de welke de verzoeker kan gehoord worden door de Commissie, samengesteld uit drie leden.
Opgepast: de verzoeker (of zijn advocaat) die door de Commissie wenst gehoord te worden moet dit in het verzoekschrift vermelden (art. 34, 4de Lid, van de wet van 1 Augustus 1985).
In het raam van deze procedure:
- Het secretariaat kan aan de leden van de Commissie onderzoeken voorstellen, zoals de gerechtelijke geneeskundige dienst opdragen met een deskundig onderzoek om de letsels van het slachtoffer vast te stellen of omschrijven (art. 34, 3de Lid, van de wet van 1 Augustus 1985).
- Een verslag wordt steeds door het secretariaat opgesteld; dit verslag omvat een beknopte weergave van de objectieve feitelijke gegevens en de tussengekomen rechterlijke beslissingen.
- Het geeft in voorkomend geval aan welke gegevens nog ontbreken en welke wettelijke voorwaarden niet of nog niet vervuld lijken te zijn.
- De verzoeker (en de afgevaardigde van de Minister) kunnen schriftelijk op dit verslag reageren.
- Een kamer van de Commissie, samengesteld uit drie leden, bekijkt het verzoek en het verslag tijdens een zitting.
Wanneer wordt de gewone procedure toegepast?
De gewone procedure is de regel.
De gewone procedure wordt toegepast op vraag van de verzoeker of wanneer hij zich tegen de facultatieve versnelde procedure verzet heeft.
Toepasselijke regels
Artikel 34 bis/2 van de wet van 1 augustus 1985 beschrijft de facultatieve versnelde procedure. De teksten in cursief onderaan zijn citaten uit de wettekst.
In de hiernavolgende tekst bent U “de verzoeker”.
Artikel 34bis/2 Wanneer de verzoeker heeft verzocht om gehoord te worden, wanneer het verzoekschrift onvolledig is of niet vergezeld is van de in artikel 34 bedoelde stavingstukken, wanneer de verzoeker of de minister van Justitie zich hebben verzet tegen de schriftelijke procedure of wanneer de voorzitter van de kamer het dossier overeenkomstig het artikel 34bis/1, bij met redenen omklede beschikking heeft terugverwezen naar de rol, wordt gehandeld als volgt. |
De “gewone” procedure wordt toegepast in alle gevallen waarin de FVP niet toepasbaar is:
- wanneer de verzoeker heeft verzocht (in het initieel verzoekschrift) om gehoord te worden;
- wanneer het verzoekschrift onvolledig is of niet vergezeld is van de stavingsstukken,
- wanneer na de kennisgeving de verzoeker of de minister van Justitie zich hebben verzet tegen de schriftelijke procedure ;
- wanneer de voorzitter van de kamer het dossier heeft terugverwezen naar de rol;
- wanneer de secretaris de toepassing van de FVP niet voorgesteld heeft, is deze evenmin mogelijk.
De secretaris van de commissie, de secretaris-afdelingshoofd of de adjunct-secretarissen bereiden het dossier voor en vullen het aan. Ze maken in elke zaak een verslag op en kunnen de commissieleden voorstellen om een onderzoeksverrichting te bevelen zoals bedoeld in artikel 34bis. Het verslag omvat een beknopte weergave van de objectieve feitelijke gegevens en, in voorkomend geval, de tussengekomen rechterlijke beslissingen. Het geeft in voorkomend geval aan welke gegevens nog ontbreken en welke wettelijke voorwaarden niet of nog niet vervuld lijken te zijn. Dit verslag wordt goedgekeurd en medeondertekend door een lid van de commissie die verslaggever wordt genoemd. |
Het secretariaat kan aan de commissieleden voorstellen om een onderzoeksverrichting te bevelen zoals bedoeld in artikel 34bis van de wet van 1 augustus 1985.
Het gaat, bijvoorbeeld, om:
- een medisch onderzoek te gelasten waarbij de letsels van het slachtoffer worden vastgesteld en omschreven;
- de mededeling te gelasten van het strafdossier mbt het opzettelijk gewelddaad;
- een financieel onderzoek in te stellen met betrekking tot de financiële toestand van de dader van de feiten;
Het resultaat van de onderzoeksverrichtingen wordt vermeld in het verslag dat ter kennis wordt gebracht van de verzoeker en van de minister van Justitie. Het resultaat van de onderzoeksverrichtingen is uitsluitend bestemd voor het onderzoek van het verzoek en blijft gedekt door het beroepsgeheim.
Het verslag wordt ter kennis gebracht van de minister van Justitie. De minister beschikt over een termijn van een maand om zijn advies mee te delen. Het secretariaat brengt het verslag en het eventuele advies van de minister ter kennis van de verzoeker of zijn advocaat. De verzoeker beschikt over een termijn van een maand om schriftelijk te reageren en in voorkomend geval het dossier aan te vullen. De verslaggever kan bij een met redenen bekleed bevel, op verzoek van de verzoeker of van de minister, een verlenging toestaan van de termijnen vermeld in de vorige leden, zonder dat zij drie maanden mogen overschrijden. Een afschrift van het eventuele antwoord van de verzoeker wordt overgemaakt aan de minister. |
Net als de afgevaardigde van de Minister, kan de verzoeker zijn opmerkingen schriftelijk binnen de een maand.
De afgevaardigde van de Minister zorgt voor de correcte toepassing van de Wet.
Na het afloop van het termijn om te reageren, wordt de zaak op een zitting van de Commissie aanhangig gemaakt.
De verzoeker en/of zijn advocaat kunnen op die zitting gehoord worden, op voorwaarde dat ze dit op het aanvankelijk verzoek vermeld hebben of wanneer de Commissie het nodig acht.
De verzoeker kan zich ook laten bijstaan door de gemachtigde van een overheidsinstelling of een door de Koning hiertoe erkende vereniging.
Link met een dienst tot slachtofferhulp
Na de zitting, wordt de zaak in beraad genomen. op het einde van haar beraad, spreekt de Commissie haar beslissing uit.
De beslissing wordt bij aangetekende zending aan de verzoeker bekendgemaakt.
Een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State kan ingesteld worden indien blijkt dat de beslissing tegen de Wet indruist.
Link met Een aanvraag indienen
-----
(de meeste diensten voor slachtofferhulp zijn erkend).
U ontvangt de beslissing per post. Het is mogelijk om bij de Raad van State beroep aan te tekenen als de beslissing in strijd is met de wet.
Ga naar de pagina met de documenten om een aanvraag in te dienen.