Met een capaciteit van 33 gedetineerden is Dinant de kleinste gevangenis van België. In theorie gaat het om een arresthuis, maar de gevangenis fungeert vaak ook als strafhuis. Ze is gebouwd volgens het Ducpétiaux-model en er geldt een gesloten regime.

Geschiedenis

Het is de eerste gevangenis van het zogenoemde cellulair systeem, gebouwd volgens het Ducpétiaux-model, in België. De werkzaamheden begonnen in 1849 onder leiding van aannemer Gaudinne en de inhuldiging vond plaats op 1 juli 1853.

Vroeger bedroeg de totale oppervlakte 31,50 centiare. Begin 20ste eeuw werd die oppervlakte echter teruggebracht tot 27,40 centiare voor de aanleg van een  boulevard. Ongeveer twee derde van de oppervlakte is bebouwd, het resterende derde deel bestaat uit twee laterale binnenplaatsen die toegankelijk zijn via een koetspoort en uit een moestuin die het cellulair gedeelte omgeeft. De noordgevel is het hoofdgebouw met twee verdiepingen met een trapgevel, geflankeerd door achthoekige torens met een scherpe spits. Op de hoeken van de gekanteelde ommuring staan uitstekende torentjes. De houten dubbele toegangspoort gaat open middenin de centrale as van het gebouw. Aan weerszijden van de poort staat een massieve, stenen zuil en boven de poort hangt een steen waarin ‘maison d'arrêt’ (arresthuis) is gegraveerd.

Regime

De gevangenis van Dinant is in de eerste plaats een arresthuis; een detentieplaats waar mannen worden opgesloten die door onderzoeksrechters van het gerechtelijk arrondissement Namen/Dinant of soms van andere arrondissementen onder aanhoudingsbevel zijn geplaatst. De inrichting is georganiseerd met het oog op een hoofdzakelijk cellulair dagelijks leven. Behalve tijdens de vrijetijdsbesteding en ontspanningsactiviteiten, de arbeid en het bezoek verblijft de gedetineerde op gesloten cel.

Infrastructuur

In het begin beschikte de gevangenis van Dinant over 42 cellen waarvan er negen bestemd waren voor het vrouwenkwartier, dat begin jaren '50 werd gesloten. Op dit moment telt de gevangenis 32 cellen van ongeveer 8 m² verspreid over drie open niveaus die een zeshoekig cellencomplex vormen. De tweede en derde afdeling zijn toegankelijk via een smeedijzeren trap die toegang geeft tot uitstekende paserelles. Een prachtig houten skelet stut een dakvenster dat zorgt voor overvloedig daglicht in het cellencomplex.

De gevangenis beschikt ook over een werkplaats waar ondernemers enkele gedetineerden verwerkings- en verpakkingstaken geven. Achteraan is er een wasserij voor het wasgoed van de gevangenis en het wasgoed van de gedetineerden in afzondering. Ten slotte kan in een polyvalente zaal van ongeveer 50 m² (begin jaren '60 gebouwd als kapel) drie keer per week familiebezoek worden georganiseerd, naast diverse andere activiteiten zoals opleidingen, conferenties, vergaderingen, bezoek kinderen-papa, concerten, enz.

Werkplaatsen

De gedetineerden kunnen huishoudelijke arbeid verrichten en mettertijd evolueren naargelang de verworven competenties en hun motivatie. Dit omvat de volgende betrekkingen:

  • kok (2) en hulpkok (1)
  • tuinman (1)
  • bibliothecaris - schrijver (1/2)
  • dienders sectie (2)
  • diender centrum (1)
  • diender administratieve zone (1)
  • wasser (1)
  • technische onderhoudsploeg meubilair gebouwen (1 tot 2)

Er wordt ook ‘industrieel’ werk verricht, in de werkplaats of op cel. Het gaat om verscheidene soorten handenarbeid en inpakwerk van diverse materialen voor rekening van privéfirma's of instanties. Dit werk geeft recht op een vergoeding op productiebasis (prijs per stuk) en is in de werkplaats goed voor zes tot acht arbeidsplaatsen. Ook kunnen de gedetineerden in elke cel lichte handenarbeid doen.