In 1849 fungeerde het penitentiair landbouwcentrum (PLC) van Ruiselede als opvangplaats voor landlopers. Sinds 1936 is het centrum een volwaardige gevangenis voor veroordeelden die niet vluchtgevaarlijk zijn, in groepsverband kunnen leven, gerechtigd zijn om in België te verblijven en kunnen werken in het landbouwcentrum. Dankzij dit open regime kunnen de gedetineerden zich voorbereiden op hun terugkeer naar de maatschappij.

Geschiedenis

In 1849 fungeerde het penitentiair landbouwcentrum (PLC) van Ruiselede als opvangplaats voor landlopers. Het landbouwbedrijf behoorde oorspronkelijk tot de Gemeenschapsinstelling Bijzondere Jeugdzorg ‘De Zande’. Zij droeg het in de jaren 30 over aan het toenmalige ministerie van Justitie omdat zo weinig jongeren hier wilden werken. Na WO II groeide het PLC uit tot een volwaardige gevangenis.

Regime

Het PLC is een open inrichting, bedoeld voor veroordeelden die niet vluchtgevaarlijk zijn, in groepsverband kunnen leven en kunnen werken in het landbouwcentrum. Dankzij een aangepast open regime kunnen de gedetineerden zich voorbereiden op hun terugkeer naar de maatschappij. Dat regime is gebaseerd op een aantal pijlers:

  • verplichte tewerkstelling in de huishoudelijke diensten, op het landbouwbedrijf of in de werkplaats
  • medicatie- en drugsvrij leven
  • leven in gemeenschap
  • goede contacten met de familie
  • nultolerantie inzake agressie

Gedetineerden komen nooit rechtstreeks in het PLC terecht. Na hun definitieve veroordeling wordt bekeken of zij geschikt zijn om in een open gevangenis te verblijven en worden zij overgebracht uit een gesloten inrichting.

In februari 2010 startte het PLC in samenwerking met Fides Beernem een pretherapiegroep op met de naam ‘Uitweg‘. Die richt zich op gedetineerden met een seksuele problematiek. Deze pretherapie is een voorfase van de echte therapie. Tijdens wekelijkse groepsessies praten begeleiders met gedetineerden over hun problemen en moedigen zij hen aan om verdere therapie te volgen na hun detentie.

Infrastructuur

Het PLC biedt in principe plaats aan 48 gedetineerden. Omwille van de nationale overbevolking werden twee klaslokalen voorlopig omgebouwd tot kamers voor vier personen en werd een ander lokaal ingericht voor gedetineerden onder beperkte detentie. De totale capaciteit bedraagt nu 60 gedetineerden. De gedetineerden slapen op chambrettes of in meerpersoonskamers. Slechts tien gedetineerden beschikken over een individuele kamer.

Binnen het PLC bevindt zich ook een heus landbouwbedrijf. De totale oppervlakte van het domein is 145 hectare.

Werkplaatsen

Verplichte tewerkstelling is een belangrijke pijler binnen het regime van het PLC. Het centrum streeft naar 100 % tewerkstelling. Gedetineerden kunnen op drie plaatsen werken:

Op het landbouwbedrijf

Hier is plaats voor zo’n 18 gedetineerden. Het bedrijf is 140 hectaren groot en telt ongeveer 300 koeien. De gedetineerden werken als ‘dagkoeier’, melker, kalverboer, tractorbestuurder, bestuurder van de bobcat, helper in de stal of helper op het hof. De bossen van het PLC worden onderhouden in samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos. Het landbouwbedrijf staat ook in voor het beheer van de moestuin.

In een werkhuis

In de drie werkhuizen werken gemiddeld 24 gedetineerden in opdracht van externe bedrijven. Zij houden zich bezig met de assemblage en verpakking van onderhoudsmaterialen, de assemblage van voederbakken voor mestvarkens en de herstelling van paletten.

Binnen de huishoudelijke diensten

In het PLC zijn zo’n 14 gedetineerden aangesteld binnen de huishoudelijke dienst als diender keuken, kok, hulpkok, diender sectie, diender burelen, haarkapper of om er te werken in de kleedkamer, de wasserij, het magazijn, het planton of de bibliotheek.