De verplichte persoonlijke verschijning bij een echtscheiding door onderlinge toestemming is sinds 1 september 2018 afgeschaft. In principe verloopt de procedure dus uitsluitend schriftelijk.

De rechter kan de persoonlijke verschijning van de echtgenoten wel bevelen als hij dat noodzakelijk acht, of als 1 van de echtgenoten of het Openbaar Ministerie daar om vraagt.

In dat geval wordt verwacht dat de echtgenoten samen en in persoon verschijnen voor de familierechtbank binnen een maand te rekenen vanaf de neerlegging van het verzoekschrift. Daar kunnen ze dan aangeven of ze al dan niet willen scheiden.

In uitzonderlijke omstandigheden kan de rechtbank in dergelijk geval toestaan dat 1 of beide echtgenoten zich laten vertegenwoordigen door een advocaat of notaris.

Als de echtgenoten of 1 van hen niet in persoon of door een toegestane vertegenwoordiger verschijnen op de vastgelegde dag , dan verwijst de rechtbank de zaak naar de algemene rol.

Meer informatie

Artikel 1289 Ger.W.