Zowel buiten als tijdens de echtscheidingsprocedure kunnen dringende of voorlopige maatregelen genomen worden. Vorderingen m.b.t. dringende of voorlopige maatregelen worden altijd als spoedeisend beschouwd.

  • Buiten de echtscheidingsprocedure: als de verstandhouding tussen de echtgenoten ernstig verstoord is en/of als een echtgenoot zijn huwelijksplichten niet nakomt, kunnen dringende maatregelen genomen worden met betrekking tot de persoon, het levensonderhoud en de goederen, zowel van de partijen als van de kinderen.

    Deze maatregelen zijn voorlopig en kunnen altijd gewijzigd worden op vraag van een van de echtgenoten. Het gegeven dat de maatregelen dringend zijn, wijst op de nood snel iets te ondernemen zodat het gezin geen verder nadeel ondervindt.
    De familierechtbank is bevoegd om dringende en voorlopige maatregelen te nemen (artikel 221 en 223 B.W.).

  • Tijdens de echtscheidingsprocedure: tijdens een echtscheidingsprocedure op grond van onherstelbare ontwrichting kan de familierechtbank voorlopige maatregelen bevelen.
    De familierechtbank is bevoegd om voorlopige maatregelen te nemen (artikel 1280 Ger.W.).