De rechter kan aan de proeftermijn van een opschorting of een uitstel voorwaarden verbinden. Men spreekt dan van probatieopschorting of probatieuitstel.
Enkele voorbeelden van voorwaarden die de rechter kan opleggen, zijn: de verplichting een vorming te volgen, het verbod om bepaalde personen te ontmoeten of bepaalde plaatsen te bezoeken.
Het niet naleven van de voorwaarden kan leiden tot een aanpassing van de voorwaarden of zelfs een herroeping van de opschorting of het uitstel.
Tijdens de uitvoering van de probatieopschorting of het probatieuitstel wordt u begeleid door een justitieassistent die zal nagaan of u de opgelegde voorwaarden naleeft. De justitieassistent moet hierover verslag uitbrengen bij de probatiecommissie. De probatiecommissie is immers de bevoegde instantie die toeziet op op de manier waarop u de voorwaarden uitvoert. Bij problemen, zal de justitieassistent dit ook onmiddellijk melden aan de probatiecommissie die u dan op de zitting kan oproepen. Het openbaar ministerie zal u dan opnieuw dagvaarden voor de rechtbank.