U kan een vordering instellen voor de burgerlijke rechter als u, om welke reden dan ook, niet bent tussengekomen in de strafprocedure. Ook als het parket de zaak heeft geseponeerd, is dit nog steeds mogelijk.
U kan de zaak voor de burgerlijke rechter aanhangig maken door de persoon die de schade heeft veroorzaakt te dagvaarden. Indien alle partijen echter bereid zijn om vrijwillig te verschijnen, kan de zaak voor de burgerlijke rechter aanhangig gemaakt worden bij gezamenlijk verzoekschrift van de partijen.
Als een verzekeraar tussenkomt (bijvoorbeeld na een verkeersongeval) kan die ook rechtstreeks worden aangesproken.
De burgerlijke rechtspleging verschilt grondig van een strafrechtelijke procedure. Zo moet u zelf aantonen dat de tegenpartij aansprakelijk is voor uw schade, eventueel aan de hand van een afschrift van het (afgesloten) strafdossier.
Als er tegelijkertijd een strafrechtelijke procedure loopt, moet de burgerlijke rechter de zaak opschorten tot de strafrechter uitspraak heeft gedaan. De burgerlijke rechter is bovendien verplicht om wat op strafrechtelijk gebied beslist is, te volgen.
Vergeet niet dat ook aan het opstarten van een vordering voor de burgerlijke rechtbank kosten verbonden zijn.
Ook hier verdient het aanbeveling een advocaat te raadplegen.