De rechter moet op de met een geijkt meettoestel vastgestelde snelheid de foutmarge in aanmerking nemen om de werkelijke snelheid te bepalen.
P.15.0057.N
De rechter moet op de met een geijkt meettoestel vastgestelde snelheid de foutmarge in aanmerking nemen om de werkelijke snelheid te bepalen.
P.15.0057.N