Medisch - autopsie of chirurgisch gereedschap. Microscoop op achtergrond met chirurgisch hulpmiddelen in voorgrond. - Stockbeeld

Bij naar schatting 1 à 2% van de overlijdens in ons land wordt overgegaan tot autopsie. Nochtans ligt het Europees aanbevolen streefcijfer op 10%. Vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne investeert in de forensische geneeskunde om dit percentage omhoog te krijgen. Dit is belangrijk omdat meer autopsies vanzelfsprekend leiden tot meer vaststellingen van verdachte overlijdens. Door het lage percentage autopsies schatten experts dat in ons land jaarlijks zo’n 70 verdachte overlijdens onopgemerkt blijven. Daarom wordt 2,25 miljoen euro uitgetrokken om tegen 2024 twee expertisecentra voor wetsdokters op te richten. Op termijn moet dit uitgroeien tot 5 centra over het hele land.

Doelstelling

De bedoeling is om regionale forensische medische instituten op te richten, waarin arts-specialisten in gerechtelijke geneeskunde kunnen worden opgeleid, zich kunnen verenigen, werkregelingen uitwerken, kwaliteitsvol werken en gebruik maken van dezelfde moderne en hoogtechnologische apparatuur. Dit moet bovendien zorgen voor meer capaciteit en een meer gestructureerde aanpak, in nauwe samenwerking met de parketten. Vanuit deze centra zal er ook nauwer samengewerkt worden met de artsen die het overlijden vaststellen om hun expertise te versterken. Ook met politiescholen, politiezones en geneeskundige faculteiten zal er nauw samengewerkt worden om alle betrokken partners alerter te maken voor de mogelijke indicaties van ongewone en verdachte overlijdens. Zo kan elke schakel van de forensische keten versterkt worden. Het is de magistratuur die uiteindelijk onafhankelijk de keuze zal maken een wetsdokter op te vorderen die is opgenomen in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen. Er is dus in deze fase van het project geen sprake van een verplichting om een beroep te doen op een FMI.

Op termijn wil minister Van Quickenborne vijf van deze diensten oprichten, gefinancierd door Justitie en naar analogie met de Zorgcentra na Seksueel Geweld. De werking moet uiteindelijk het volledige land beslaan zodat er overal op een gelijke manier aan overlijdensonderzoek wordt gedaan. Deze professionalisering moet leiden tot betere resultaten en een hogere detectiegraad van verdachte overlijdens. Er zullen meer autopsies uitgevoerd worden en de dienstverlening naar de parketten zal verbeteren o.a. door snellere verslaggeving, wat belangrijk is voor een vlot verloop van de gerechtelijke onderzoeken. In de centra wordt ook aandacht besteed aan een menselijke aanpak waarbij slachtofferonthaal en een menselijke opvang van de nabestaanden centraal staan. Door snel uitsluitsel te hebben over de doodsoorzaak kunnen zij aan hun rouwproces beginnen en het verlies een plaats geven.

Wat verwachten we?

  1. Een opleidingssysteem voor wetsdokters.
  2. Het behalen en naleven van de internationale kwaliteitsstandaarden.
  3. Het uitwerken van een common base qua financieel model en qua business model voor de toekomstige FMI’s.
  4. Bestuderen hoe wetsdokters die momenteel niet verbonden zijn aan een (universitair) ziekenhuis zich kunnen handhaven en eventueel hoe zij kunnen samenwerken met een erkend forensisch medisch instituut.
  5. Een jaarlijkse rapportage van de werkzaamheden waarbij wordt nagegaan in welke mate de verwachtingen, criteria en prestaties werden bereikt. 
  6. De start van een traject naar voldoende kwaliteitsvolle wetsdokters en een eerste evaluatie van hoeveel wetsdokters we nodig hebben om voldoende autopsies uit te voeren in België. 
  7. Het voorzien van opleidingen voor de artsen die de eerste triage moeten doen bij overlijdens.

Wie kan een project indienen? 

Elke kandidaat is verbonden aan of werkt, omwille van de opleidingsvereiste, in de schoot van een Belgische universiteit, een universitair ziekenhuis of een universitaire instelling en moet aan de volgende voorwaarden voldoen: 

  1. De kandidaat is erkend als stagedienst voor de opleiding van arts-assistenten in de gerechtelijke geneeskunde en heeft een coördinerend universitair stagemeester in dienst.
  2. De kandidaat heeft een samenwerkingsprotocol met één of meerdere parketten, te onderschrijven door de betrokken procureurs, inzake dienstverlening in het algemeen en de beschikbaarheid voor en het uitvoeren van het onderzoek van het lichaam (uitwendige lijkschouwing) ter plaatse en forensische autopsies van ongewone sterfgevallen in het bijzonder door arts-specialisten gerechtelijke geneeskunde (in opleiding). 
  3. De kandidaat voorziet in een georganiseerde 24/7 permanentie voor justitie met arts-specialisten gerechtelijke geneeskunde (minimum 2) en arts-specialisten in opleiding onder supervisie van voornoemde arts-specialisten. Deze arts-specialisten zijn allen opgenomen in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen.
  4. De kandidaat toont aan structureel betrokken te zijn bij slachtofferbejegening middels afspraken met de parketten en diensten slachtofferonthaal o.m. inzake nabestaandengesprekken en mondelinge toelichting van autopsieverslagen, onder verantwoordelijkheid van de betrokken magistraat. 
  5. De kandidaat moet voor de forensische of gerechtelijk autopsie voldoen aan een kwaliteitssysteem met BELAC-accreditering overeenkomstig de ISO-norm 17020 of hieraan gelijkwaardige norm en gebaseerd op de richtlijnen zoals geformuleerd door de Council of Europe in Recommendation No R (99) 3 of the Committee of Ministers to Member States on the Harmonisation of Medico-Legal Autopsy Rules en door de (American) National Association of Medical Examiners in Forensic Autopsy Performance Standards (2020) of kan aantonen dat accreditatie wordt bekomen binnen het jaar na toewijzing.
  6. De kandidaat beschikt over de nodige infrastructuur en logistiek die voldoet aan de voormelde kwaliteitsvereisten zoals een degelijk ingericht mortuarium voor forensische autopsies en de mogelijkheid tot ‘waardig afscheid nemen’. Dit geldt ook voor de bewaring van bij autopsie afgenomen biologische stalen (als overtuigingsstuk).
  7. De kandidaat heeft een gestructureerde samenwerking met een radiologische dienst voor post mortem imaging (minstens total body CT met 3D reconstructies) en laboratoria voor onderzoeken inzake forensische toxicologie, post mortem biochemie en post mortem microbiologie.
  8. De kandidaat staat multidisciplinaire samenwerking voor, o.m. middels samenwerking ad hoc met andere door de magistraat in de zaak aangestelde deskundigen.
  9. De artsen verbonden aan de dienst zijn beschikbaar voor en nemen deel als lesgever of verzorgen lezingen aan opleidingen zoals van artsen en eventuele andere zorgverleners, slachtofferbejegenaars, politie en magistraten.
  10. Via deze financiering verbindt de kandidaat zich ertoe jaarlijks minstens 250 uitwendige lijkschouwingen en 75 autopsies te verrichten. Het gaat hier niet over bijkomende onderzoeken ten aanzien van het verleden maar om een minimaal verwachte activiteit per kandidaat.

Budget en timing

De ministerraad keurde op 7 oktober 2022 fase 5 van de IPD-versterking van Justitie goed.
Hierbij werd een maximumbedrag voorzien voor het project ‘FMI’. 
In 2023 wordt er max. € 474.167 voorzien. Hiervan zal € 355.625 (75%) betaald worden in 2023 en de overige 25% na controle van de bewijsstukken. 

In 2024 wordt er max. € 1.781.000 voorzien. Na 2024 worden deze bedragen recurrent opgenomen in de begroting. 
Deze financiering wordt voorzien, als basisfinanciering voor het instituut, bovenop het huidige systeem van gerechtskosten.

Er wordt in samenwerking met de pilootprojecten een nieuw financieel model uitgewerkt dat rekening zal houden met:

  1. Personeelskosten
  2. Arts-specialisten 
  3. Artsen in opleiding
  4. Niet medisch personeel (personeel mortuarium, administratie, beheerszorg…)
  5. Werkingskosten 
  6. Andere

Van de kandidaten wordt verwacht dat ze:

  1. de deelnemingsvoorwaarden naleven,
  2. een beschrijving maken van de middelen die ze willen gebruiken en van de methodologie die ze zullen volgen om aan de gevraagde voorwaarden bepaald in punt 3 en 4 te voldoen,
  3. een beschrijving maken van de kosten die nodig zijn om dit pilootproject te financieren.

Bij het toekennen van de opdrachten zal indien mogelijk gewaakt worden over een evenwichtige geografische spreiding van de forensische medische instituten. 

Een eerste FMI kan starten vanaf september 2023, een tweede vanaf januari 2024. De kandidaten moeten bij het indienen van hun projectoproep meedelen welke (tussen)doelstellingen in punt 3 en 4 ze kunnen behalen in 2023 en in welke termijn ze denken de doelstellingen omschreven in punt 3 en 4 te kunnen behalen. 

Procedure 

De kandidaatstellingen moeten ten laatste op 01/07/2023 om 12 uur ingediend zijn bij de dienst Team Support van de FOD Justitie via NRGD-RNEJ@just.fgov.be.

Elke kandidaatstelling die na dit tijdstip toekomt, wordt als laattijdig beschouwd. Laattijdige kandidaatstellingen worden niet aanvaard. 

Vervolgens zal een expertencomité binnen de FOD Justitie de kandidaatstellingen analyseren.
De kandidaten worden verwittigd op het einde van de selectieprocedure. Voor bijkomende info, contacteer tom@teamjustitie.be.
Indien het expertencomité meent dat een gesprek met de kandidaat nuttig kan zijn om het projectvoorstel te verfijnen, kan de kandidaat uitgenodigd worden. Deze uitnodiging zal uiteraard plaatsvinden met respect voor de transparante procedure en een gelijke behandeling.

De beleidscel en de aangeduide afgevaardigden van de minister van Justitie werken samen met de pilootprojecten een model uit dat toeziet en de coördinatie doet op de erkenning van de forensische medische instituten en waakt over de in deze projectoproep bepaalde criteria. 

Contact

Tom Hoorens, adviseur bij de beleidscel van de minister van Justitie
tom@teamjustitie.be