Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft vandaag geoordeeld dat de Belgische staat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EHRM) geschonden heeft in de zaak Richard Taxquet. Het Hof vindt dat het recht op een eerlijk proces wordt geschonden door de afwezigheid van een motivering in het arrest van het Hof van Assisen. Volgens de huidige assisenprocedure in België moeten juryleden hun overtuiging met betrekking tot de schuldvraag niet motiveren. De strafmaat moet al wel gemotiveerd worden, en dat sinds de wet van 30 juni 2000.

De minister van Justitie Stefaan De Clerck heeft twee opmerkingen wat betreft de voorlopig beperkte rechtsgevolgen van het arrest.

1. Het arrest Taxquet is nog niet definitief. België heeft drie maanden de tijd om een verwijzing te vragen naar de Grote Kamer van het Europese Hof van Justitie. De bevindingen van het Europese Hof betreffen fundamentele rechtsprincipes. Om die reden lijkt de aanvraag van een verwijzing aangewezen. Het advies van de advocaten die in de zaak Taxquet de belangen van de Belgische staat hebben verdedigd, is inmiddels opgevraagd.

Op basis van de motivering van voormelde verwijzing zal het Hof beslissen de zaak al dan niet naar de Grote Kamer door te sturen. Deze verwijzing werkt opschortend. Dat betekent dat, in geval van een verwijzing, het arrest pas definitief zal zijn na een uitspraak door de Grote Kamer.

2. Een arrest van het EHRM heeft een “declaratoir” ofte verklarend, constaterend karakter. Dit wil zeggen dat het EHRM België niet kan opleggen zijn wetgeving te wijzigen, ook al kan dat de facto het gevolg zijn.  Eens het arrest definitief is, komt het aan het Comité van Ministers (van de Raad van Europa) toe zich uit te spreken over de maatregelen die België moet nemen om het arrest uit te voeren. België zal zelf aangeven welke maatregelen het zal nemen en het Comité van Ministers zal oordelen of dit volstaat of niet.

Een hervorming van Assisen via een wetgevend initiatief was in ons land evenwel al aan de orde. We verwijzen ter zake naar het wetsontwerp Mahoux dat in overleg met de minister van Justitie in behandeling is in de Senaatscommissie en morgen voor de vierde keer op de agenda staat. Het wetsvoorstel herneemt het eindverslag van de “Commissie tot hervorming van het Hof van Assisen” van 23 december 2005. Volgens dat voorstel beraadslagen de voorzitter van het Hof van Assisen en de jury sàmen over de schuldvraag én komt er voor de schuldvraag een motiveringsplicht. In dit concept zijn er geen assessoren (beroepsrechters) meer die de voorzitter bijstaan.

Zowel de idee van het gezamenlijk beraad als de motiveringsplicht zijn fundamentele keuzes.  De minister van Justitie zal morgen aandringen op een prioritaire behandeling van beide elementen uit het verslag van de commissie, die vandaag door het arrest van het Europees Hof aan de orde werden gesteld, en pleit voor een dringend wetgevend ingrijpen.

Stefaan De Clerck

Minister van Justitie