Minister van Justitie Koen Geens en zijn Marokkaanse evenknie Mohamed Aujjar hebben de bilaterale overeenkomst van 1997 over wederzijdse rechtshulp in strafzaken helemaal herzien. Dat maakten beide ministers officieel op maandag 25 februari 2019 door een gemeenschappelijke verklaring te tekenen.

De nieuwe overeenkomst creëert o.m. het wettelijk kader om goederen in beslag te nemen en verbeurd te verklaren als die zaken voortvloeien uit drugshandel of witwaspraktijken. Die maatregel kan een krachtig wapen zijn tegen de georganiseerde criminaliteit.

Meer daadkracht en flexibiliteit

Wanneer een Belgische rechter beslist tot een inbeslagname, bijv. in een drugszaak, een witwasdossier of een terrorismeproces, kan die beslissing door de nieuwe overeenkomst effectief gevolg krijgen in Marokko. Ook op andere vlakken wordt meer mogelijk: als het ene land rechtshulp of overtuigingsstukken vraagt aan het andere land, is het niet meer verplicht om de diplomatieke weg te volgen. Of nog, wanneer Marokko en België samenwerken in gerechtelijke dossiers, komt er meer ruimte voor innovatie dankzij specifieke onderzoekstechnieken, verhoor door videoconferentie of het opvragen van bankgegevens.

“20 jaar samenwerking verder versterkt”

Minister van Justitie Koen Geens: “Al meer dan 20 jaar werkt de Belgische Justitie nauw samen met de Marokkaanse autoriteiten in de strijd tegen criminaliteit. Het nieuwe rechtshulpverdrag zal die samenwerking versterken. Specifiek voor witwaspraktijken en inbeslagnames hebben we maatregelen genomen die het onderzoek kunnen versnellen zoals onder meer ondervraging via videoconferentie en rechtstreeks contact tussen de juridische autoriteiten.”

Beide landen bereikten alvast een akkoord over een voorsteltekst die na verder intern overleg op punt wordt gesteld.