Lange betalingstermijnen en betalingsvertragingen hebben een negatieve uitwerking op de liquiditeit van ondernemingen. Een correcte betalingstermijn is van essentieel belang voor onze ondernemingen en in het bijzonder voor KMO's. Dankzij de omzetting van de Europese richtlijn over de betalingsachterstand bij handelstransacties wordt een duidelijk betalingskader gecreëerd waarbij de positie van de ondernemingen wordt versterkt  op het vlak van de regels qua betalingstermijnen en afdwingbare sancties bij betalingsachterstand. Het wetsontwerp van Minister van Justitie Annemie Turtelboom en Minister van Middenstand, KMO's, Zelfstan­digen en Landbouw Sabine Laruelle werd in de plenaire vergadering van de Kamer goedgekeurd.

Steeds meer bedrijven kampen met liquiditeitsproblemen omdat hun klanten te laat betalen. Uit cijfers van studiebureau Graydon blijkt dat 25% van de faillissementen te wijten zijn aan laattijdige betalingen van facturen. Zo zou er in België 9,15 miljard euro aan onbetaalde facturen openstaan. Een duidelijk juridisch kader, dat eveneens rekening houdt met o.a. de aard en complexiteit van de aangegane overeenkomst en met de omvang van de contracterende ondernemingen, op het vlak van betalingen tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en overheden, is dan ook noodzakelijk.

Betalingstermijnen

Het wetsontwerp voorziet, conform de Europese Richtlijn, een wettelijke betalingstermijn van 30 dagen voor overeenkomsten tussen bedrijven en de overheid. Deze wettelijke betalingstermijn mag onder strikte voorwaarden contractueel verlengd worden. Deze contractueel overeengekomen betalingstermijn mag echter nooit meer dan 60 kalenderdagen bedragen, hetgeen een verstrenging inhoudt ten opzichte van de huidige wetgeving. Een uitzondering geldt voor de overheidsdiensten die gezondheidszorgen verstrekken. De wettelijke betalingstermijn bedraagt hier 60 kalenderdagen in plaats van 30. De vernieuwde wet betalingsachterstand zal tussen bedrijven en overheden echter slechts als algemeen kader gelden voor die transacties die niet onder het specifieke toepassingsgebied van de regels inzake overheidsopdrachten vallen. Het betreft m.a.w. de kleinere opdrachten die bepaalde drempelbedragen niet overschrijden.

Voor overeenkomsten tussen bedrijven wordt een wettelijke betalingstermijn van 30 dagen voorzien. Ook hier kunnen bedrijven contractueel een andere betalingstermijn overeenkomen. Deze contractueel overeengekomen betalingstermijn moet in de regel tot 60 kalenderdagen beperkt worden. Een termijn van 60 kalenderdagen is immers in de praktijk aanvaardbaar op basis van de gangbare commerciële gebruiken in vele sectoren. Het blijft wel mogelijk, in bepaalde situaties en onder strikte voorwaarden, voor partijen om een betalingstermijn overeen te komen die deze drempel van 60 kalenderdagen te boven gaat. Op die manier wordt rekening gehouden met de verschillende business modellen van ondernemingen. De nieuwe regels zullen immers niet alleen van toepassing zijn op KMO's maar ook op grotere ondernemingen in ons land. Net zoals elk contractueel beding, mag er hier echter evenmin sprake zijn van een abusievelijke clausule ten opzichte van de schuldeiser. De rechter kan dit controleren.

Net zoals in de huidige wetgeving mag men, zowel voor handelstransacties tussen bedrijven onderling als tussen overheden en bedrijven, voorzien in een controle- en verificatietermijn. Het wetsontwerp beperkt de duur van dergelijke termijnen tot 30 kalenderdagen. Deze termijn is nochtans in beide gevallen contractueel verlengbaar mits dit niet kennelijk onbillijk is. Deze genuanceerde regel, afkomstig uit de richtlijn, is in beide gevallen bedoeld voor bijzondere complexe contracten die tussen partijen worden afgesloten. Eens deze termijn is afgelopen, begint de eigenlijke betalingstermijn te lopen. Tot nog  toe bestonden hier geen duidelijke regels voor.

Verwijlinterest en schadeloosstelling

Bij laattijdige betaling heeft de schuldeiser recht op een verwijlintrest, waarbij partijen zelf een interestvoet mogen overeenkomen. Bij gebrek aan een contractueel vastgestelde interestvoet, zal de wettelijke interestvoet van toepassing zijn. Deze is gelijk aan 8 procentpunten boven de basisherfinancieringstransactie-intrestvoet van de ECB.  Voor een overeenkomst tussen bedrijven en overheden moet de wettelijke interestvoet echter worden toegepast, en mogen partijen geen andere interestvoet overeenkomen.

Daarnaast heeft de schuldeiser, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, eveneens recht op een forfaitaire vergoeding van 40 euro voor de invorderingskosten. Bovenop dit forfaitaire bedrag heeft de schuldeiser bovendien recht op een redelijke schadeloosstelling voor alle andere opgelopen invorderingskosten die dat vaste bedrag te boven gaan, bijvoorbeeld advocatenkosten of kosten van incassobureaus.

Samenvattend

Overeenkomsten tussen bedrijven

  Vroeger NU
Betalingstermijn Wettelijke betalingstermijn 30 dagen, tenzij contractueel anders bepaald Wettelijke betalingstermijn van 30 kalenderdagen, tenzij contractueel anders bepaald (bijv. tot 60 dagen of langer in zoverre dit niet kennelijk onbillijk is)
Verificatietermijn Termijn niet bepaald Termijn van 30 dagen, tenzij contractueel  uitdrukkelijk anders bepaald en niet kennelijk onbillijk is.

Overeenkomsten tussen bedrijven en overheden

  Vroeger NU
Betalingstermijn Wettelijke betalingstermijn 30 dagen, tenzij contractueel anders bepaald Wettelijke betalingstermijn van 30 kalenderdagen, tenzij contractueel anders bepaald (absoluut maximum tot 60 dagen)
Verificatietermijn Termijn niet bepaald Termijn van 30 kalenderdagen, tenzij contractueel en in eventuele opdrachtdocumenten uitdrukkelijk anders bepaald en niet kennelijk onbillijk is

Conclusie

Door de omzetting van de Europese Richtlijn wordt getracht om het concurrentievermogen en de financiële toestand van ondernemingen, en in het bijzonder KMO's, te versterken door het creëren van een gunstiger betalingsklimaat :

  • de contractuele betalingstermijnen tussen overheden en bedrijven worden aan een maximum onderworpen (60 kalenderdagen);
  • de betalingstermijnen tussen bedrijven onderling worden genuanceerd rekening houden met de commerciële gebruiken en laten ruimte voor de diverse business modellen van bedrijven en sectoren;
  • er worden voor het eerst duidelijke en genuanceerde regels opgesteld voor controle- en verificatietermijnen in commerciële transacties tussen ondernemingen onderling, alsook voor transacties tussen overheden en bedrijven;
  • er wordt voorzien in een regeling rond invorderingskosten in geval van niet naleving van de betalingsregels (wettelijke forfait van 40 EUR en een redelijke schadeloosstelling voor invorderingskosten die dit bedrag te boven gaan, bijv. advocatenkosten, incassokosten);
  • er wordt eveneens voorzien in bijkomende doeltreffende controlemiddelen door de rechter ingeval van contractuele afwijkingen (uitbreiding van de reeds bestaande stakingsvordering  naar onbillijke praktijken tussen partijen)

Meer informatie

Margaux Donckier

Woordvoerster Annemie Turtelboom

0478 32 47 97 | margaux.donckier@just.fgov.be