Cass. P. 13.0714.F, 27 november 2013

Het misdrijf van aanranding van de eerbaarheid, voorzien in artikel 373, lid 1, van het Strafwetboek, veronderstelt een aantasting onder dwang van de seksuele integriteit van een persoon of met diens hulp, zonder dat daarvoor noodzakelijkerwijs fysiek contact is vereist. Zelfs gepleegd zonder fysiek contact, vereist het misdrijf dat de eerbaarheid van het slachtoffer geschonden werd door de handeling of het feit waaraan het zich onmogelijk kon onttrekken.

Om te bepalen of een zonder aanraking gestelde handeling de eerbaarheid schendt, is het niet voldoende dat blijkt dat zij de persoon die er het voorwerp van was heeft verrast of dat zij zonder diens medeweten werd gesteld. In een dergelijk geval is tevens vereist dat het lichaam van het slachtoffer tegen zijn wil werd betrokken in een handeling die, op het ogenblik waarop ze werd gesteld, aanleiding gaf tot de verlegenheid die ingegeven wordt door zaken strijdig met de algemene opvatting van de goede zeden.

De opname met camera van beelden van een vrijwillige seksuele relatie, die gemaakt wordt door één van de partners, zonder medeweten van de andere, is bijgevolg geen aanranding van de eerbaarheid van de laatst genoemde in de zin van artikel 373, lid 1, van het Strafwetboek.

P130714F