Het Hof van Cassatie heeft in twee arresten van 3 september 2015 de voorziening verworpen die de gemeente Koksijde had ingesteld tegen twee arresten van het Hof van Beroep te Gent waarbij de belasting op de tweede verblijven van de gemeente Koksijde strijdig werd bevonden met het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel.

De gemeente Koksijde voerde in essentie aan dat er wel een redelijke verantwoording is voor de verschillende behandeling van de eigenaars van een tweede verblijf en de eigen inwoners van de gemeente die niet onderworpen zijn aan een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting omdat de eigen inwoners door hun hoedanigheid van gedomicilieerde via de bedragen die de gemeente ontvangt uit het Gemeentefonds reeds een bijdrage leveren tot de uitgaven die geviseerd worden door het belastingreglement.

Volgens het Hof berust deze argumentatie op een onjuiste rechtsopvatting nu het de Vlaamse overheid is die bijdraagt tot deze vorm van financiering.

Het Hof oordeelt verder dat de overige argumenten die de gemeente Koksijde aanvoerde om het verschil in behandeling te verantwoorden niet werden aangevoerd voor het Hof van Beroep zodat het Hof er geen acht kon op slaan (nieuw middel).

Het openbaar ministerie wees er in zijn schriftelijke conclusie in de zaak F.13.0125.N op dat de beslissing van het Hof in deze zaak niet zonder meer kon worden geëxtrapoleerd naar andere belastingreglementen op tweede verblijven die op een andere wijze worden verantwoord dan als een compenserende heffing omwille van de gemeentelijke dienstverlening, nl. als een belasting op weelde, die veruitwendigd wordt nu men naast zijn hoofdverblijfplaats nog over een bijkomend verblijf beschikt, en waaraan zowel inwoners als niet-inwoners zijn onderworpen.