De wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen, die het rechtsgebied van de rechtbanken van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbanken en van de rechtbanken van koophandel uitbreidt en de organisatie van vredegerechten en politierechtbanken wijzigt, treedt in werking op 1 april 2014.

Zonder dat dit wie dan ook kan worden verweten, staat nu al vast dat de nieuwe korpschefs van die gerechten niet tegen die datum aangewezen zullen kunnen worden.

Door de omvang van de hervorming zullen ongetwijfeld en reeds vanaf de inwerkingtreding van de wet moeilijkheden ontstaan die ter plaatse meteen opgelost zullen moeten worden.

De Vaste Vergadering van de korpschefs, die een succesvolle hervorming wenst en loyaal wil deelnemen aan de uitvoering ervan, is bezorgd dat de nieuwe gerechten niet van bij de inwerkingtreding van de wet geleid zullen kunnen worden door korpschefs die de concrete problemen vastberaden en onverwijld aanpakken.

De Vaste Vergadering gelooft niet dat de oplossing erin bestaat in de tussentijd interim-korpschefs te doen aanwijzen door de eerste voorzitters van de hoven van beroep en arbeidshoven. Een dergelijke oplossing omzeilt het door de Grondwet vereiste optreden van de Hoge Raad van de Justitie bij de aanwijzing van korpschefs die een belangrijke verantwoordelijkheid moeten dragen. Bovendien bestaat het risico dat die oplossing, in afwachting van de aanwijzing van de definitieve korpschefs, in de praktijk uitmondt in een traagheid die, op een cruciaal moment, bijzonder schadelijk kan blijken voor de toekomst van justitie.

Daarom raadt de Vergadering nadrukkelijk aan om de inwerkingtreding van de wet te verdagen tot 1 september 2014.

Die verdaging naar een datum die samenvalt met een nieuw gerechtelijk jaar, zal ervoor zorgen dat de korpschefs in de tussentijd aangewezen kunnen worden en zal geenszins de heilzame werking tenietdoen die van de hervorming kan worden verwacht maar zal, integendeel, bijdragen tot het welslagen van die hervorming.

De brieven waarin het standpunt van de Vaste Vergadering van de korpschefs en van het Voorlopig College van hoven en rechtbanken wordt uiteengezet, kunnen hieronder worden geraadpleegd.