Een echtpaar had bij een reisorganisator, de eiseres in cassatie,  een reis geboekt naar India. Hun terugvlucht in april 2010 werd verstoord door de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull waardoor zij strandden in Helsinki. Ten gevolge hiervan had het echtpaar (de verweerders) kosten dienen te maken voor hun verblijf aldaar en voor hun terugkeer. Zij vorderen deze kosten terug van de eiseres. Het hof van beroep te Antwerpen willigde deze vordering in. Het cassatieberoep van de reisorganisator wordt verworpen. Artikel 15, eerste lid, van de wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling bepaalt dat indien tijdens de reis blijkt dat een belangrijk deel van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, niet zal kunnen worden uitgevoerd, de reisorganisator alle nodige maatregelen neemt om de reiziger passende en kosteloze alternatieven aan te bieden met het oog op de voortzetting van de reis. Volgens het Hof geldt deze bijstandsverplichting ook wanneer de niet-uitvoering van de reisovereenkomst het gevolg is van overmacht en niet blijkt dat deze overmacht ook de uitvoering van de bijstandsverplichting betreft (Cass. 13 maart 2015, C.14.0335.N).