De Vaste vergadering van de Korpschefs heeft via de pers vernomen dat het advies van de Raad van State over het voorontwerp van wet betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie, kritiek uit op verschillende bepalingen in het voorontwerp.

Die kritiek sluit aan bij de kritiek van de Hoge Raad voor de Justitie en van de Adviesraad van de magistratuur.

Tijdens haar vergadering van 20 juni 2013 heeft de Vaste vergadering een nota opgesteld waarin ze haar voorbehoud over het voorontwerp uitdrukt.

Hoewel de Vaste vergadering het eens is met verschillende punten waar de tekst een vooruitgang is, met name wat de wettelijke erkenning van het college van hoven en rechtbanken betreft, dat momenteel slechts voorlopig is, betreurt ze dat de fundamentele hervorming die het voorontwerp tot stand wil brengen, overhaast gebeurt en zonder echt overleg met de actoren van het gerecht.

De Vaste vergadering betreurt in het bijzonder dat het voorontwerp, aangezien het toch een materie betreft die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht raakt, als een kaderwet wordt ontwikkeld, waarbij essentiële begrippen slechts in algemene en abstracte bewoordingen worden aangeroerd en het aan de uitvoerende macht wordt overgelaten om concrete invulling daaraan te geven.

Ze betreurt dat teveel bepalingen, zoals ze momenteel zijn opgesteld, de inmenging mogelijk maken van de uitvoerende macht in het jurisdictioneel beleid van de rechterlijke macht.

De Vaste vergadering wenst dus dat het voorontwerp herzien wordt in het licht van de vereiste  onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en rekening houdend met de verschillende reeds gegeven adviezen.

De volledige tekst van de nota van de Vaste vergadering kan geraadpleegd worden in de  rubriek “Overige documenten” van de site van het Hof van Cassatie.