Jean-Paul Janssens

Terugblik op het eerste 'Toegang tot justitie'-colloquium

Op 30 november 2021 kaartten minister van Justitie Vincent Van Quickenborne, eurocommissaris Didier Reynders en tal van experten aan hoe justitie kan digitaliseren en wat sociale e-inclusie echt betekent, vandaag en morgen. De sprekers ontmoetten elkaar in de Flagey in Brussel waar journalisten Fatma Taspinar (VRT) en Eddy Caeckelberghs (RTBF) het debat in goede banen leidden. Meer dan 200 deelnemers vonden de virtuele weg naar deze eerste sessie van 3 colloquia over de toegang tot justitie.

Met het oog op de veiligheid was deze eerste editie dus enkel online te volgen. Maar een event op afstand hoeft niet per se afstandelijk te zijn. Dat bewees het spervuur van vragen uit het publiek: zorgt digitalisering voor meer toegankelijkheid of net niet? Is het werkveld echt klaar om die transformatie aan te gaan? Hoe verzekeren we dat niemand uit de boot valt? De toegang tot justitie is duidelijk een heet hangijzer. 

Juiste plaats, juist moment

In zijn openingswoord gaf de voorzitter van de FOD Justitie, Jean-Paul Janssens, aan dat dit thema niet toevallig hoog op onze agenda staat: qua positie is de FOD Justitie uitstekend geplaatst om bruggen te bouwen tussen het beleid en het terrein. Maar de timing zit ook goed om een echte omwenteling te maken. Getuige daarvan de historische en broodnodige financiële injectie die een boost geeft aan interessante initiatieven op het terrein. De voorzitter ziet de toegang tot justitie, zowel digitaal als sociaal, als een speerpunt: “Het debat leeft niet alleen hier en nu maar ook Europa volgt die evoluties van dichtbij op, en terecht.” 

'Sneller, menselijker, straffer'

Minister Vincent Van Quickenborne bevestigde de ongeziene investeringen bij justitie: er zijn 137 miljoen euro aan Europese middelen voorhanden en op termijn kan het jaarbudget van justitie structureel stijgen naar 2,5 miljard euro. Daarmee kunnen we Team Justitie versterken en het beleidsplan vorm geven: justitie moet sneller, menselijker en straffer. Justitie is toegankelijker als ze sneller is en dat kan stapsgewijs: met moderner materiaal, met een echt digitaal dossier, door databanken te linken, door van Just-On-Web een volwaardig portaal te maken en door te evolueren naar een ‘data driven’ organisatie. 

Maar justitie kan ook enkel toegankelijk zijn als ze menselijk is. Wie met justitie in aanraking komt, heeft recht op empathie, laagdrempelig advies, begeleiding op maat en meer persoonlijk contact. Tot slot moet justitie straf zijn. Dat betekent vooral dat het beleid sneller en moderner moet. Concreet: gewapend zijn tegen nieuwe vormen van virtuele criminaliteit, het potentieel van forensisch onderzoek beter benutten en efficiëntere structuren bouwen om belangrijke thema’s zoals verkeersveiligheid aan te pakken. “Er zijn vandaag al tal van concrete plannen en projecten om justitie echt toegankelijk te maken. Ik twijfel er niet aan dat we met dit team justitie de 21ste eeuw kunnen inloodsen,” aldus de minister.

Breuklijnen in beeld

Na de inleidende speeches, was het tijd voor de experten om het eerste debat over digitalisering te voeden. Socioloog Christophe Dubois (professor aan de universiteit van Luik) beet de spits af en bracht de breuklijnen in onze huidige samenleving in kaart. Er zijn heel wat redenen waarom mensen afhaken in een steeds sterker gedigitaliseerd leven. Bovendien bemoeilijken ook andere factoren de toegang tot justitie: het aanbod aan wetgeving groeit gestaag, er zijn meer en meer geschillen, het systeem raakt overbelast en we kampen met achterstand. Zo monden juridische problemen ultiem uit in fundamentele rechtsproblemen

Al die breuklijnen in onze samenleving kunnen fatale gevolgen hebben voor de meest kwetsbaren onder ons. De overheid moet het heft terug in handen nemen en inzetten op digitalisering. Alleen moet ze daarbij de controle bewaren, aldus Dubois. Big data is te machtig om volledig over te laten aan privé-bedrijven. De Raad van State bewijst met haar databank van arresten dat het kan om zo’n tool te bouwen zonder in te boeten op privacy en zonder hallucinante budgetten. 

Beleid op maat

Vervolgens nam Ilse Mariën (post-doctoraal onderzoekster aan de Vrije Universiteit Brussel en  beleidsadviseur) het woord. Met haar 15 jaar ervaring weet zij hoe belangrijk inclusief beleid is. De coronacrisis stelde die noodzaak enkel scherper. Beleidsmakers moeten bovenal beseffen dat maatwerk cruciaal is: net als professor Dubois, ziet zij dat digitale ongelijkheid er in de praktijk heel divers uitziet. Het cliché-beeld dat enkel armen sukkelen met die kloof is bijvoorbeeld onterecht. Ook een CEO die een loopbaan lang digitale skills delegeerde aan anderen kan in de problemen raken wanneer hij of zij op pensioen gaat. Beleid op maat dus, maar ook gebaseerd op data. Meten is weten. In haar betoog reikt de onderzoekster een pakket bouwstenen aan. Ze benadrukt daarbij dat het sociale en het digitale altijd hand in hand moeten gaan.

Digitalisering? Ja, maar …

Op basis van die inzichten en na enkele sprekende getuigenissen van het terrein, kon het debat over digitalisering echt van start gaan. Fabienne Bayard (voorzitster van het college van hoven en rechtbanken), Kristien Van Vaerenbergh (voorzitster Kamercommissie Justitie), Erik Valgaeren (Orde van de Vlaamse balies) en Valérie Delfosse (Hoge Raad voor Justitie) gingen daarover in gesprek.

Het panel erkende alvast de verzuchtingen van het werkveld. Iedereen beseft dat er nog een lange weg te gaan is. Een doordracht beleid dat vertrekt vanuit de echte noden, is onmisbaar. Justitie is het aan zichzelf verplicht te moderniseren maar mag nooit het menselijke aspect uit het oog verliezen.

Digitaliseren is niet alleen een must de dag van vandaag, het levert ook een pak voordelen op. We kunnen zo meer data in beeld krijgen, de kosten drukken en justitie aantrekkelijker maken op de arbeidsmarkt. Toch is digitalisering geen evidentie: het volstaat niet om een analoge werking zomaar de kopiëren naar een virtuele omgeving. Je hebt vaak een cultuuromslag nodig en een kritische blik op ieders rol in de keten. Vooraleer digitalisering winst kan opleveren, moeten we ook durven investeren in mensen en opleidingen.

Zwaksten als maatstaf

Na de middag stond sociale (e-)inclusie in de kijker. Alexandre Lesiw, voorzitter van de POD Maatschappelijke integratie, kon zijn perspectief als eerste delen. In zijn ogen is een inclusief beleid enkel mogelijk als de behoeften van de zwaksten in de samenleving de maatstaf zijn. Als het aanbod werkt voor hen, werkt het voor iedereen. Dat kan op tal van manieren: de overheid kan toegankelijk taalgebruik promoten, we kunnen de burger beter wegwijs maken in (alternatieve) opties bij dienstverlening, we kunnen de burger proactiever aanspreken en hen aanmoedigen om hun rechten te laten gelden.

Voorzitter Lesiw blikte ook al vooruit op de publicatie van een nieuw wetenschappelijk onderzoek naar justitie en armoede dat ontstond uit een samenwerking tussen de FOD Justitie en de POD Maatschappelijke integratie. Dat werk verschijnt in februari 2022.

Helemaal holistisch

Na die toelichting volgde een enthousiast pleidooi van Elise Dermine (hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles) om meer en slimmer te investeren in juridische tweedelijnsbijstand. Onderzoek toont aan dat dat sowieso loont. Naast enkele algemene aanbevelingen om de toegang tot justitie te verbeteren, viel vooral haar specifieke voorstel om te investeren in een pilootproject van multidisciplinaire rechtspraktijken op.

Concreet verwijst ze naar een concept waarbij de rechtszoekende heel laagdrempelig terecht kan bij een team van advocaten, maatschappelijk werkers en andere deskundigen. Zo’n holistische benadering maakt dat 1 praktijk zich ontfermt over 1 persoon in plaats van 1 advocaat over 1 zaak, zoals dat nu gebeurt in het pro deo-systeem. Volgens de onderzoekster is het huidig systeem te versnipperd en lost het de problemen niet fundamenteel op. Dat zorgt zowel bij de burger als bij de advocaten tot frustraties. Aangezien dit systeem het huidig beleid kan aanvullen, budgettair verantwoord zou zijn en aansluit bij de intenties van de regering, adviseert zij om voluit in te zetten op die piste.

Bereikbaar, betaalbaar en begrijpelijk

Opnieuw stof voor discussie dus voor een nieuw panel, ditmaal met Christine Mahy (secretaris-generaal bij het Waals netwerk voor de strijd tegen armoede), Bart Willocx (voorzitter rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen), Jean-Marc Picard (advocaat Brusselse balie) en Steven Gibens (co-founder Helder Recht).

Vast staat dat er sociale kloof is tussen burger en justitie maar het is niet altijd kristalhelder waaraan dat ligt. Wie justitie actief opzoekt, kan verstrikt raken in een complex systeem. Nog anderen verdwijnen compleet van de radar van justitie. Het valt ook op dat de middenklasse lijkt te verdwijnen in veel rechtszaken: zo zijn er relatief veel pro deo-advocaten actief in familiale zaken en lijken bouwkundige geschillen vaker te gaan over zwembaden of airconditioning dan over meer courante huis-, tuin- en keukeneuvels. Meer onderzoek naar de oorzaken daarvan kan het beleid veel effectiever maken.

Justitie kan ook toegankelijker worden door in te zetten op klare taal. Dat betekent niet per se dat vaktaal moet verdwijnen maar met kleine ingrepen en de juiste reflexen kunnen we al veel obstakels overbruggen. Ook een betere relatie met de media kan een belangrijke hefboom zijn op dat vlak.

Het prijskaartje van een rechtszaak verdient ook extra aandacht. Om klassenjustitie te vermijden, moet de overheid enerzijds procedures betaalbaar houden maar ook alternatieve oplossingen en preventie veel breder promoten. Dat kan betekenen dat we meer moeten durven investeren in innovatie en creatieve oplossingen in plaats van platgetreden paden te blijven bewandelen. Het pilootproject van Elise Dermine kon alvast op bijval rekenen binnen het panel. Ook op structureel vlak mogen we de fundamentele vragen niet uit de weg gaan. Getuige daarvan de suggestie dat juridische bijstand deel zou kunnen uitmaken van de sociale zekerheid, naast gezondheid en pensioenen.

Of sociale inclusie urgenter is dan digitalisering wilde het panel tot slot niet gezegd hebben. Integendeel, de beiden gaan hand in hand. Het blijft voor hen een en/en-verhaal

Veerkracht voorop

In zijn slotwoord stelde Europees commissaris voor Justitie Didier Reynders dat de coronacrisis de noodzaak tot veerkracht helemaal op de voorgrond heeft gebracht. Het aanbod van justitie is tijdens de crisis in verschillende lidstaten geslonken of tijdelijk gestopt. Digitalisering kan justitie weerbaarder maken in die omstandigheden. De impact van de crisis was dan ook lager in landen die al meer gedigitaliseerd zijn. Europa wil lidstaten stimuleren om de crisis te doorstaan en er sterker uit te komen. Het Europees relanceplan stelt middelen beschikbaar om die digitalisering te boosten, ook in België waar er duidelijk sprake is van ambitie.

Dat Europees engagement tot steun loopt verder en stelt tegelijk voorwaarden. De basisfilosofie moet duidelijk zijn: digitaliseren is een must maar die evolutie kan enkel met oog voor de meest kwetsbaren en met respect voor de fundamentele rechten en vrijheden die eigen zijn aan de rechtsstaat. Op dat vlak beaamt de eurocommissaris alle sprekers: het digitale kan het menselijke nooit vervangen.

Om het colloquium officieel af te sluiten, overliep Daniel Flore (directeur-generaal Wetgeving, Fundamentele rechten en vrijheden van de FOD Justitie) de belangrijkste conclusies van de dag. De trein van digitalisering is vertrokken en niet meer te stoppen. Toch blijft digitalisering een middel en geen doel, dat laatste vereist een bredere visie. Om de breuklijnen in de samenleving aan te pakken, moeten we ook verder kijken dan enkel de digitale kloof. Vaak is er sprake van een fundamenteel gebrek aan vertrouwen in de overheid om kwetsbare mensen te helpen. Meer investeren in holistische, multidisciplinaire en evidence-based oplossingen kan de sleutel tot succes zijn. En tot slot: de digitalisering zal menselijk zijn, of zal niet zijn.

Meer info

Sfeerbeeld van de congreszaal in Flagey Jean-Paul Janssens Vincent Van Quickenborne Christophe Dubois Ilse Mariën Fabienne Bayard, Valérie Delfosse, Kristien Van Vaerenbergh, Erik Valgaeren, Fatma Taspinar, Eddy Caeckelberghs Elise Dermine Alexandre Lesiw Jean-Marc Picard, Steven Gibens, Bart Willocx, Christine Mahy, Fatma Taspinar, Eddy Caeckelberghs Didier Reynders Daniel Flore De nieuwe tote bags van justitie