De minister van Justitie Stefaan De Clerck heeft de verschillende voorstellen en “blauwdrukken” van de magistratuur voor een moderne rechterlijke organisatie positief onthaald. Hij verheugt zich over deze grote bereidheid om samen na te denken over de Justitie van morgen en de hervormingen die daarvoor nodig zijn.

Zo stelt de magistratuur de groepering voor van de eerstelijnsrechtbanken (waaronder de rechtbank van eerste aanleg, koophandel en arbeid) in één groter geheel. Dit zou volgens hun voorstellen gepaard kunnen gaan met een vermindering van het aantal gerechtelijke arrondissementen en de instelling van één loket in elk van voormelde rechtbanken. Dit zou kennis nemen van de inleiding van alle zaken en deze vervolgens intern toewijzen aan de bevoegde rechtbank. Zo moet de rechtszoekende zich niet langer bekommeren over de vraag welke rechtbank bevoegd is. Nodeloze en tijdrovende bevoegdheidsconflicten worden aldus vermeden.

Acht politieke partijen, van oppositie en meerderheid, steunden vroeger ook al de idee van een eenheidsloket. Ze deden dat in de Octopusresoluties tot hervorming van politie en justitie van 1998, opgenomen in het verlengde van de instelling van een centrale arrondissementsrechtbank.  Die was op haar beurt gebaseerd op o.a. een studie van het Interuniversitair Centrum voor Gerechtelijk recht van 1997, dat een centrale inleidingskamer voorstelde. Sedertdien werd de idee geregeld hernomen in parlementaire wetsvoorstellen

Een ander aandachtspunt is de opvolging van klachten over de werking van Justitie. In 1998 werd de Hoge Raad voor de Justitie in het kader van de externe controle bevoegd voor de opvolging ervan. Desondanks blijven de klachten verspreid toekomen en blijft de nood aan centralisatie groot. Ook de parlementaire onderzoekscommissie inzake Fortis wijst op de noodzaak van een  verbeterde klachtenbehandeling. Er zijn voorstellen hangende bij de Hoge Raad van Justitie en het Parlement.

In dat verband zou ook kunnen onderzocht worden welke rol de rechtbanken kunnen spelen bij het doorgeven van klachten.

Deze voorstellen vormen voor de minister van Justitie onderdeel van een globale hervorming en modernisering van de Rechterlijke Orde. Ze maken voorwerp uit van verdere studie, reflectie en overleg met alle betrokken actoren. De minister wil hiermee voortbouwen op hun constructieve inbreng.

Ook is het zijn betrachting om de verschillende doelstellingen en voorstellen samen te brengen in één coherent plan, zodat we op termijn samen kunnen evolueren naar een performante, flexibele en toch nabije Justitie.

In de loop van de maand juni zal de minister op basis van de voormelde studie -en overlegrondes een aantal oriëntatienota’s aan het Parlement voorleggen.