Justitieminister Jo Vandeurzen:

  • aanslepende pijnlijke situatie slachtoffers onaanvaardbaar
  • slachtofferzorg zeer binnenkort geregeld
  • buitengerechtelijke schadeloosstelling kan snel gaan mits akkoord verzekeringsmaatschappijen

Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Institutionele Hervormingen Jo Vandeurzen is zich bewust van de drama’s onder de 600 slachtoffers van de gasramp in Gellingen (Gislenghien) en voert al enkele maanden overleg om tot een werkbare oplossing te komen. Zijn plan van aanpak bevat drie actiepunten:

  1. De justitiehuizen gaan functioneren als netwerk slachtofferhulp
  2. Met de verzekeringsmaatschappijen wordt gestreefd naar een akkoord over een buitengerechtelijke schadeloosstelling
  3. Er komt een werkgroep die een wettelijk kader moet bereiken dat voortaan een snelle schadeloosstelling binnen de wet moet voorzien. In tegenstelling tot wat sommige media hebben gemeld is er geen sprake van een verjaring in dit dossier.

Slachtofferzorg: Justitiehuizen nemen hun verantwoordelijkheid

Na de gasramp vier jaar geleden kondigde toenmalig minister van justitie Laurette Onkelinx de oprichting aan van een cel slachtofferhulp. Die cel is nog niet opgericht. Zonder duidelijke samenwerkingsafspraken met alle actoren (verzekeraars, hulpverlening, de wetgever, de magistratuur) kan een cel slachtofferzorg niet functioneren. Bovendien beschikt Justitie over een organisatie die perfect op slachtofferzorg is afgestemd: de Justitiehuizen. Nu maandag doet het Justitiehuis van Doornik een brief aan alle slachtoffers op de post met informatie over de stand van zaken en de verwachtingen en het aanbod van bijstand. De brief zal ook aangeven dat er midden juli een informatievergadering voor alle slachtoffers volgt. Voor wie Doornik wat te ver af ligt, zullen in het justitiehuis dat het dichtst bij hun woonplaats is terecht kunnen. Het justitiehuis van Doornik krijgt er zeer binnenkort voor de zittingen van de Raadkamer en alle slachtofferhulp personeel bij.

Buitengerechtelijke schadeloosstelling

De aansprakelijkheidsregels van het gemeen recht bepalen dat een slachtoffer, om vergoed te worden een oorzakelijk verband moet kunnen aantonen tussen de fout en de geleden schade. Een schadegeval van de omvang van de gasramp in Gellingen is met deze wet niet hanteerbaar. Er zijn elf verzekeraars en tientallen verzekerden (m.a.w. mogelijks aansprakelijken). Ter vergelijking: voor de brand in het Switelhotel in Antwerpen was er één verzekerde en was er één verzekeraar. Als gevolg van deze hoge complexiteit kan het aansprakelijkheidsproces jaren duren en zolang het niet is afgerond is er geen schadeloosstelling. Dus onderhandelt de minister m.b.t. de slachtoffers van de gasramp in Gellingen met de verzekeringsmaatschappijen over een buitengerechtelijke oplossing. Die moet, aangezien ze buitengerechtelijk is, op vrijwillige basis met alle betrokken verzekeraars tot stand komen. De verzekeringsmaatschappijen, vertegenwoordigd in Assuralia, doen ter zake constructieve voorstellen. Eind juni volgt een tweede onderhandelingsronde met de verzekeraars die, naar minister Jo Vandeurzen hoopt, tot een akkoord kan leiden.

Wettelijke regeling

De minister richt een werkgroep op die het wettelijk vastleggen van snellere schadevergoedingsprocedures moet voorbereiden. De regeling kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van het Franse systeem dat werd ontwikkeld na de grote brand in Toulouse. Daar heeft men besloten de totale schade vast te stellen en de slachtoffers op basis van een berekeningssleutel de keuze aan te bieden tussen een provisionele schadeloosstelling van 95% van de totaal geraamde schade, of 100%, maar dan met afstand van verdere vordering. Een wettelijk kader in ons land zal ook aandacht hebben voor alle pijnpunten in de afhandeling van een ramp ten aanzien van slachtoffers. Zo moeten slachtoffers nu van elk van de betrokken verzekerde partijen en verzekeraars het resultaat van een medisch onderzoek voorleggen. Eén tegensprekelijke expertise kan daarvoor een oplossing zijn. De gasramp van Gellingen is dermate complex dat de bevindingen en de latere gesprekken van Jo Vandeurzen met Vice-eerste Minister Reynders, bevoegd voor verzekeringsrecht, zullen uitmonden in een zeer volledige wettelijke regeling die een snellere schadelooosstelling van slachtoffers van ook complexe rampen moet toelaten.