Sinds 1 september 2020 zijn de financiële voorwaarden om toegang te krijgen tot juridische tweedelijnsbijstand verruimd. Hieronder komt u te weten of u voldoet aan de voorwaarden om recht te hebben op volledig of gedeeltelijk kosteloze juridische bijstand.

Wat is juridische tweedelijnsbijstand?

De wet onderscheidt twee vormen van juridische bijstand:

  • enerzijds het ‘gratis advies’ of de eerstelijnsbijstand en
  • anderzijds de toewijzing van een advocaat of de tweedelijnsbijstand.

In dat tweede geval sprak men vroeger ook wel eens over ‘pro deo’-advocaten.

De juridische eerstelijnsbijstand bestaat uit een korte consultatie waarin u:

  • praktische inlichtingen,
  • juridische informatie of
  • een eerste juridisch advies krijgt.

 Als dat nodig is, kan men u ook doorverwijzen naar een gespecialiseerde dienst.

De juridische tweedelijnsbijstand biedt u de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, volledig of gedeeltelijk kosteloos bijstand te krijgen van een advocaat.

De aangewezen advocaat :

  • onderzoekt uw dossier grondig,
  • begeleidt en
  • vertegenwoordigt u voor de hoven en rechtbanken.
  • De advocaat kan u eveneens begeleiden in een procedure voor bemiddeling.

De juridische tweedelijnsbijstand is gratis of gedeeltelijk gratis als u aan bepaalde voorwaarden voldoet.

Wie kan juridische bijstand genieten?

Categorieën

 

Alleenstaanden
  • Volledig kosteloos: maandelijks netto-inkomen lager dan 1226 euro
  • Gedeeltelijk kosteloos: maandelijks netto-inkomen tussen 1226 euro en 1517 euro
Alleenstaanden met personen
ten laste of samenwonenden
  • Volledig kosteloos maandelijks nettogezinsinkomen lager dan 1517 euro, na aftrek van 259,18 euro per persoon ten laste
  • Gedeeltelijk kosteloos: maandelijks nettogezinsinkomen tussen 1517 euro en 1807 euro, na aftrek van 259,18 euro per persoon ten laste

Voor de waardering van het inkomen worden alle bestaansmiddelen in aanmerking genomen (zoals pensioenen en onderhoudsbijdragen, met uitzondering van kinderbijslag). De bestaansmiddelen van alle personen die onder hetzelfde dak wonen, worden samengeteld.

De aftrek voor een persoon ten laste bedraagt 259,18 euro (20 % van het leefloon).

Als er geen tegenbewijs is (het bureau voor juridische bijstand kan aanvullende bewijsstukken opvragen), worden bepaalde categorieën van personen op grond van hun situatie beschouwd als personen van wie de bestaansmiddelen onvoldoende zijn. Zij kunnen volledig kosteloze juridische bijstand krijgen als ze bepaalde bewijsstukken voorleggen. Het gaat om:

  • personen die een leefloon of maatschappelijke hulp (OCMW) ontvangen;
  • personen die een inkomensgarantie voor ouderen ontvangen (Federale Pensioendienst);
  • personen die een inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap ontvangen (met uitzondering van de integratietegemoetkoming) (DG Personen met een handicap);
  • personen die een kind ten laste hebben dat recht geeft op gewaarborgde kinderbijslag;
  • huurders van een sociale woning die in het Vlaams Gewest en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een huur betalen die overeenkomt met de helft van de basishuurprijs of die in het Waals Gewest een minimumhuur betalen;
  • gedetineerden;
  • beklaagden als bedoeld in de artikelen 216quinques tot 216septies van het Wetboek van Strafvordering (procedure tot onmiddellijke verschijning);
  • geesteszieke personen, wat de toepassing van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke betreft;
  • personen van vreemde nationaliteit, enkel wat de indiening van een verzoek tot regularisering van verblijf betreft, of van een administratief of rechterlijk beroep tegen een beslissing die werd genomen met toepassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  • asielaanvragers of personen die een aanvraag indienen tot het verkrijgen van het statuut van ontheemde;
  • personen belast met overmatige schulden met het oog op de inleiding van een procedure van collectieve schuldenregeling.

Minderjarigen worden, na het tonen van hun identiteitskaart of van een ander document waaruit hun staat blijkt, beschouwd als personen van wie de bestaansmiddelen onvoldoende zijn (op onweerlegbare wijze, ofwel: zonder mogelijkheid om het tegenbewijs te leveren).

Wet van 31 juli 2020 tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen – Nieuwe regels

Deze wet verhoogt de inkomensgrenzen voor de toekenning van de volledig of gedeeltelijk kosteloze juridische tweedelijnsbijstand. Alle grenzen werden op 1 september 2020 met 200 euro verhoogd. Het bedrag van de aftrek voor personen ten laste werd eveneens verhoogd tot 20 % van het leefloon.

Deze eerste verhoging van de inkomensgrenzen met 200 euro op 1 september 2020 zal tot en met 2023 telkens op 1 september worden gevolgd door een forfaitaire verhoging met 100 euro. Voor alleenstaanden zal de maandelijkse inkomensgrens op die manier geleidelijk aan worden opgetrokken van 1266 euro tot 1526 euro op 1 september 2023.

Vanaf 1 september 2024 zullen de bedragen jaarlijks worden aangepast op basis van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Bronnen