In het Belgisch Staatsblad van 10 juni zijn de twee wetten en de twee Koninklijke besluiten betreffende de nieuwe loopbaan en de evaluatie van de personeelsleden van de rechterlijke orde gepubliceerd. Deze wetten en besluiten treden in werking op 1 juli 2014.
In navolging van de regeling voor het personeel van de federale overheid, is deze reglementering erop gericht om de evaluatiecyclus te valoriseren en een aantrekkelijke geldelijke loopbaan in te voeren voor het gerechtspersoneel. Deze nieuwe carrière is gesteund op de invoering van de principes van de evaluatiecyclus voor de personeelsleden van de rechterlijke organisatie en betreffen zowel het contractueel als het statutaire personeel.
- Wet van 10 april 2014 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het invoeren van een nieuwe geldelijke loopbaan voor het gerechtspersoneel en van een mandatensysteem voor de hoofdgriffiers en de hoofdsecretarissen
- Wet van 10 april 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie, tot wijziging van de wet van 10 april 2003 tot regeling van de afschaffing van de militaire rechtscolleges in vredestijd alsmede van het behoud ervan in oorlogstijd en tot wijziging van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding
- Koninklijk besluit van 25 april 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel
- Koninklijk besluit van 27 mei 2014 betreffende de evaluatie van de personeelsleden van de Rechterlijke Orde