In het kader van de federale besparingen heeft de minister van justitie op 23 december 2009 een omzendbrief 154 rondgestuurd met een aantal besparingen binnen het departement justitie.

Eén van de maatregelen was de lineaire vermindering tot 1/3 van de prestaties van de bodes ter terechtzitting.

Op deze maatregel zijn uit diverse rechtbanken opmerkingen gekomen. De minister heeft daarom toegezegd om samen met de magistratuur de regeling te verfijnen. Deze besprekingen hebben plaats gevonden in de loop van de voorbije maanden.

Vandaag heeft de minister de nieuwe omzendbrief (154bis) ondertekend waarvan dit de belangrijkste elementen zijn:

  • de vermindering gebeurt voortaan in functie van de reële noden van de rechtbanken. Voortaan worden ook voor alle rechtsgebieden gelijke criteria gehanteerd (in tegenstelling tot vroeger);
  • in functie van de reële noden is een totaalbudget vastgelegd van 1,5 miljoen EUR (in tegenstelling tot 3 miljoen EUR vorig jaar en 1 miljoen EUR in de omzendbrief 154);
  • het beheer van de enveloppes is toevertrouwd aan de eerste voorzitters;
  • in afwijking op de afspraken van 1993, kunnen de eerste voorzitters beslissen om ook prestaties van gerechtsbodes toe te wijzen aan vredegerechten;
  • in de totale enveloppe van 1,5 miljoen EUR is het budget inbegrepen voor Assisenprocedures en uitzonderlijke processen.

Uit de maandelijkse monitoring van de effectieve besparingen was gebleken dat de reële besparing groter was dan de voorziene. Deze budgettaire bonus maakt het mogelijk om de nieuwe afspraken te financieren.

Deze nieuwe regeling vervangt de vroegere en treedt in werking vanaf 1 januari 2010.