De minister van Justitie beantwoordt tegenwoordig jaarlijks 1000 mondelinge en evenveel schriftelijke vragen, zo blijkt uit het jaarverslag van de FOD Justitie. Dat levert haar en haar administratie een ruime dagtaak per week op.

Het jaarverslag van de FOD Justitie, dat deze week uitkwam, leert dat het kabinet en de overheidsdienst vorig jaar 955 schriftelijke vragen te verwerken kregen, 54 minder dan in 2010. Nochtans ging het om twee jaar waarin de regering voornamelijk in lopende zaken was.

Inmiddels is het tempo weer opgedreven. Sedert er op 6 december 2011 een nieuwe volwaardige regering aantrad, kreeg minister van Justitie Annemie Turtelboom al 1040 vragen toegestuurd, in zeven maanden tijd, waarvan 557 uit de Kamer en 483 uit de Senaat.

Turtelboom is koploper in de federale regering. Laurette Onkelinx (Sociale Zaken) ontvangt net iets minder schriftelijke vragen (1018). De ministers Milquet (Binnenlandse Zaken, 687), Magnette (Infrastructuur, 684) en Vanackere (Financiën, 589) vervolledigen de top vijf. Het zijn de departementen die traditioneel de meeste vragen krijgen. Justitie is altijd de koploper met ongeveer

20 % van alle vragen op federaal niveau.

Ook bij mondelinge vragen leidt Justitie: sedert het begin van de legislatuur net twee jaar geleden, stelden Kamer en Senaat 2163 mondelinge vragen aan de minister, het leeuwendeel in de Kamercomissie (1599). Gemiddeld beantwoordt de minister per parlementaire week vijf vragen in de plenaire vergadering (twee in de Kamer, drie in de Senaat), 30 vragen in commissie (waarvan 20 in de Kamer) en ook nog eens 20 schriftelijke vragen.

Dat levert haar, voorbereiding inbegrepen, ruim een dag per week werk op. Daarnaast is de minister vaak ook nog één of twee halve dagen in de commissies van Kamer en Senaat voor besprekingen van wetten. Cijfers van 2009 leren dat de Kamercommissie Justitie het vaakst vergadert, ca. 250 uren per jaar.

Achter de mondelinge toelichtingen van de minister gaat ook veel voorbereidend werk vooraf op het kabinet en in de administratie, de parketten en de rechtbanken van justitie. Een vraag beantwoorden kost gemakkelijk een paar uren opzoekings- en schrijfwerk.

Uit het meest recente jaarverslag van de Kamer (2009) valt af te leiden dat het aantal parlementaire vragen het jongste decennium zowat verdubbelde. Toenmalig Kamervoorzitter Patrick Dewael weet de stijging begin 2010 onder meer aan de rapporten die sommige kranten op het einde van een legislatuur publiceren en waarin ze de parlementsleden punten toekennen, onder meer op basis van het aantal vragen dat ze gesteld hebben.

Contact
Woordvoerder FOD Justitie

Koen Peumans: 0473 81 11 06

Dit en andere wetenswaardigheden vindt u in het pas gepubliceerde jaarverslag 2011 van de FOD Justitie.