De Veiligheid van de Staat (VSSE) heeft kennis genomen van de informatie die in de kranten van 26 januari 2016 verschenen is. De dienst wenst de informatie te verduidelijken en de dingen in de juiste context te plaatsen.
Allereerst is het belangrijk om eraan te herinneren dat in 2012 de geopolitieke en veiligheidscontext niet dezelfde was als vandaag. Zo was er destijds nog geen sprake van massale vertrekken naar Syrië noch van de invloed die de Islamitische Staat (IS) thans geniet. Destijds betrof het voornamelijk vertrekken richting Somalië.
In het kader van haar opdrachten heeft de VSSE in 2012 informatie overgemaakt aan de federale procureur. Het gaat meer bepaald om een nota van 17 april 2012 betreffende de activiteiten van Khalid Zerkani. Gelel Attar komt ook voor in dit dossier dat door de verschillende betrokken Belgische diensten onderzocht en aangevuld zal worden. Op te merken valt dat sinds lange tijd regelmatig overleg heeft plaatsgevonden tussen de betrokken Belgische partners betreffende de verschillende personen uit deze dossiers.
Op 29 juli 2015 heeft dit dossier met name geleid tot de veroordeling van de ronselaar Khalid Zerkan tot 12 jaar gevangenis.
Onze dienst heeft sinds drie jaar geen spoor meer van de aanwezigheid van Gelel Attar in België. Laatstgenoemde is naar Syrië vertrokken in het gezelschap van Chakib Akrouh alvorens zich in Marokko te vestigen waar hij enkele dagen geleden aangehouden werd. Naast deze link met Chakib Akrouh kan de VSSE, op basis van haar eigen informatie, geen verband leggen met de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs.
De inlichtingendiensten hebben dus hun opdracht vervuld. Zij hebben immers belangrijke informatie gedeeld met hun partners en de bevoegde autoriteiten. De opdracht van de VSSE – die geen politiedienst is – gaat om de politieke en gerechtelijke overheden te informeren. Door deze informatie kon overigens vermeden worden dat andere aanslagen in België gepleegd werden.
Khalid Zerkani was een sleutelfiguur in de rekrutering van jongeren voor Syrië. Hij kende veel mensen en het is dus mogelijk dat in de toekomst nog andere “banden” tussen verschillende personen aan het licht komen. Zoals anderen reeds hebben aangegeven, is het ook mogelijk dat enkele personen die uit Syrië teruggekeerd zijn, de bedoeling hebben om op een bepaald moment actie te ondernemen.
De opvolging van de Foreign Terrorists Fighters (FTF) is belangrijk voor de inlichtingendiensten. Dit vormt een ingewikkelde taak en vergt de medewerking van elke betrokken instantie. Op heden beschikken de diensten nog niet over alle bepalingen die een efficiëntere opvolging, met name op internationaal vlak, mogelijk moeten maken (PNR enz.).
Ten slotte begrijpt de VSSE dat in het licht van de lopende onderzoeken en potentiële dreigingen, veel informatie her en der verspreid wordt. Vaak gaat het slechts om gedeeltelijke informatie. Wij wensen ook de aandacht te vestigen op het feit dat dergelijke informatie het werk van de betrokken diensten en de lopende gerechtelijke onderzoeken in gevaar kan brengen.
De VSSE onthoudt zich van verdere commentaar betreffende de lopende dossiers inzake contraterrorisme.
Contact VSSE
Tel.: 02 205 62 11