In een democratische samenleving is het normaal dat de burger zich wenst te informeren omtrent de activiteiten van de inlichtingendiensten. De Veiligheid van de Staat moet er evenwel ook rekening mee houden dat de aard van zijn missie en de door de dienst behandelde inlichtingen niet altijd toelaten uitgebreid te communiceren over de informatie in haar bezit. In het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn er beperkingen opgelegd.
Het lijkt ons dus opportuun te reageren op het ogenblik dat de integriteit van onze dienst in vraag gesteld wordt, zoals heden het geval is: bepaalde media verspreiden ongegronde geruchten volgens dewelke de Veiligheid van de Staat de naturalisatie van de heer BELLIRAJ gemanipuleerd zou hebben.
Wat de procedure betreft, merken wij op dat de Veiligheid van de Staat geen advies uitbrengt omtrent naturalisaties. Ze wordt bij elke aanvraag geconsulteerd en ingeval de betrokkene gekend is omwille van recente en relevante feiten (in het kader van onze wettelijke bevoegdheden), deelt de Veiligheid van de Staat de nuttige informatie waarover ze beschikt mee aan de bevoegde Procureur des Konings of aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers, zoals de wetgeving dit voorschrijft. Het zijn zij die een finale beslissing nemen, onder meer op basis van de door onze dienst overgemaakte informatie.
Wat de heer BELLIRAJ betreft, zijn inderdaad twee stukken opgemaakt. In tegenstelling tot wat wordt beweerd, spreken deze twee elkaar niet tegen: het tweede document is een actualisering van het eerste. De correcte informatie meedelen, recent of geactualiseerd, is trouwens een wettelijke verplichting van de Veiligheid van de Staat, in toepassing van de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (art. 4, 4°).
Om de redactieomstandigheden van de twee schrijvens uit 2000 uit te klaren, werden leden van de Veiligheid van de Staat belast met de consultatie van het naturalisatiedossier van de heer BELLIRAJ bij het Parket van Gent. Zo kon de minister van justitie op een zo volledig mogelijke manier geïnformeerd worden over de inhoud van het dossier en over de historiek ervan.
In dit specifieke dossier meent de Veiligheid van de Staat dat het belangrijk is de sereniteit te behouden. Om die reden werkt de Veiligheid van de Staat ten volle mee met het Comité I. Die samenwerking wordt geëvalueerd als constructief .