1. De staking van gisteren in het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht

Tijdens het overleg van 19 september 2008 is ook de werking van het NCET besproken. Dat was sowieso gepland. De representatieve vakorganisaties en de overheid zijn hierbij het volgende overeengekomen:

1. de overheid zal tegen 25.09.2008 een planning opstellen met betrekking tot de lopende procedures voor de aanwerving. Daarvoor zal gebruik worden gemaakt van de verscheidene wervingskanalen.

2. de vakorganisaties communiceren hun opmerkingen over de nieuwe omzendbrief 1803 (II) van 25 juli 2008 (Reglementering elektronisch toezicht als strafuitvoeringsmodaliteit) uiterlijk op 24 september 2008 aan het Directoraat-Generaal Justitiehuizen.

Het geheel van de problematiek zal worden onderzocht tijdens het informeel overleg van 25.09.2008

De staking werd inmiddels opgeschort.

De Minister wijst erop dat op geen enkel moment de screening van de veroordeelden in elektronisch toezicht werd onderbroken en de staking geen veiligheidsrisico’s heeft veroorzaakt.

2. De onderhandelingen over het globaal eisendossier gevangenissen

In verband met het globaal eisendossier gevangenissen werd met de drie syndicale organisaties de volgende werkwijze overeen gekomen:

- er komen technische werkgroepen

- er wordt een tijdsschema opgesteld voor de voorbereidingen in de technische werkgroepen

De vier technische werkgroepen moeten hun werkzaamheden beëindigen voor eind november, zodat de onderhandelingen in de loop van december voluit kunnen starten.

Voor elk punt van het globaal eisendossier wordt binnen de technische werkgroep een fiche opgesteld waarbij een administratieve (bv. welke KB's dienen gewijzigd te worden) en budgettaire analyse wordt gemaakt.

Op dinsdag 23 september is er voor de vier technische werkgroepen een timing en een startdatum voor de besprekingen.

Er wordt in de FOD Justitie een task force opgericht die de werkzaamheden van de werkgroepen technisch zal voorbereiden en die haar bevindingen, oplossingen en voorstellen vooraf ter goedkeuring aan de beleidscel zal voorleggen. De task force zal bestaan uit medewerkers van de directoraten-generaal EPI (gevangeniswezen) en P&O.

3. Gevangenisplan: detentie in humane omstandigheden

Van bij de start heeft deze regering prioriteit gegeven aan het gevangenisplan van Minister Jo Vandeurzen. Dat heeft twee grote luiken: een substantiële uitbreiding van de gevangeniscapaciteit en de aanwerving van meer dan duizend medewerkers, grotendeels voor de gevangenissen. Zowel extra capaciteit als meer personeel waren destijds de twee grote pertinente verwachtingen van de vakbonden. Daaraan komt Minister Vandeurzen tegemoet, in concreto en op een objectief verifieerbare manier.

Voor wat het aantal cellen aangaat, is de uitvoering van het gevangenisplan volledig op koers. Er is een plan op korte termijn (recuperatie van onbruikbare cellen door renovatie), op middellange termijn (bijbouwen op bestaande sites ofte inbreiding) en op langere termijn (2011, nieuwbouw). Voor elk van deze ambities is Justitie op schema. Voor eind dit jaar zijn alvast 35 gerenoveerde cellen klaar. De inbreiding zal in 2009 afgewerkt kunnen worden en de nieuwbouwprojecten in Gent en Antwerpen zijn toegewezen aan een studiebureau of in ontwikkeling bij de Regie der Gebouwen. In Dendermonde is de onteigeningsprocedure al aangevat. Voor de nieuwbouwprojecten Vlaanderen, Wallonië en Brussel is er, geheel volgens plan en timing, een aanbesteding voor de aanpak van deze omvattende opdracht.

Inzake personeelsbezetting gaat nog dit jaar een versnelde recrutering van start voor een duizendtal extra personeelsleden.

Er is een niet aflatende inspanning om het tijdschema van het gevangenisplan van de minister te doen respecteren.

De loonsverwachting van de vakbonden is het voorwerp van een discussie die zich niet beperkt tot justitie en die de minister zorgvuldig zal aftoetsen aan wat haalbaar is, zonder dat men in het rood gaat en toekomstige generaties of de ondersteuning van de vergrijzing zou belasten.

4. Aandacht voor alternatieve straffen

Het gevangenisplan is één, de inspanningen voor een grotere capaciteit van alternatieve strafuitvoeringsmodaliteiten zoals Elektronisch Toezicht (ET) en Werkstraffen is eveneens een belangrijke bekommernis. Ook daar is vooruitgang geboekt.

4.1. Het Elektronisch Toezicht
4.1.1. Kwalitatieve aanpak

Om van het ET weer een effectief en efficiënt systeem te maken, en vooraleer we daadwerkelijk op de wachtlijsten kunnen inwerken, zijn prioritair een aantal ingrepen onontbeerlijk gebleken. We hadden een trein (de strafuitvoeringsmodaliteit ET) die zich meteen vast reed bij gebrek aan sporen (toepassingsafspraken).

Zo is de wet op de externe rechtspositie (17/5/2006) aangepast: er is nu een herroepingsgrond in geval van niet naleving van het ET en de Beperkte Detentie (gedetineerde gaat uit werken of mag de gevangenis om een andere reden verlaten, maar verblijft er wel).

Twee uitvoeringsbesluiten uit 2007 (KB’s) zijn aangepast (publicatie in Staatsblad 05 september jl):

• de gevangenisdirecteur moet d’office een enquête laten afnemen in het thuismilieu van de kandidaat-ET.

• wat ET/BD inhouden is zeer precies gedefinieerd, er zijn standaardinstructies die overal nageleefd moeten worden.

Er is een nieuwe ministeriële rondzendbrief met betrekking tot ET (procedure en aanpak), zodat deze modaliteit gestroomlijnd wordt. En die de aard van de samenwerking tussen DG Penitentiaire Instellingen en DG Justitiehuizen vastlegt voor wat de BD aangaat.

De rondzendbrief bepaalt ook dat er, voor iemand in ET gaat, een enquête moet worden afgenomen en er een informeel akkoord moet zijn van de huisgenoten van de veroordeelde.

Met andere woorden: er IS nu een regelgeving waardoor er algemene duidelijke afspraken zijn en waardoor een correcte naleving van de ET en BD van nabij kan worden opgevolgd en waardoor de opdrachtgevers (bv. SURB, DG, …) erg kort op de bal kunnen reageren wanneer strafuitvoering gebrekkig zou zijn.

Als gevolg van deze ingrepen in functie van een correcte strafuitvoering zijn de wachtlijsten noch de wachttijden voorlopig korter.

4.1.2. Kwantitatieve aanpak

Om het probleem van de wachttijden en de wachtlijsten te verhelpen is eerder al gestart met de recrutering en selectie van extra justitie- assistenten. Voor 15 november komen zij in dienst. Daarnaast wordt in het kader van de globale aanpak van de overgang van de militairen naar de FOD's overleg gepleegd om eveneens bij de justitiehuizen een aantal vacatures in te vullen (administratieve taken, monitoring, …)

De directies van de justitiehuizen hebben de opdracht gekregen de situatie op het stuk van ET veertiendaags te monitoren en verslag uit te brengen met inbegrip van beleidsmaatregelen op de evolutie van het aantal ET-veroordeelden.

Vandaag zijn 672 veroordeelden in regime ET.

Het aantal veroordeelden dat dit jaar al in ET zat of nog zit beloopt 2080.

Het aantal veroordeelden in strafonderbreking (in afwachting van enquête, beslissing, uitvoering) bedraagt 1300.

4.2. Werkstraffen

Voor wat de werkstraffen (WS) aangaat, is de situatie op het stuk van aantallen en doorstroming bevredigend. In augustus vorig jaar waren er 7416 veroordeelden in WS, dit jaar waren er dat 7287, een lichte daling dus.

Het aantal WS dat wordt uitgesproken en ook de wachtlijsten variëren van gebied (rechter) tot gebied. Zo is er voor de WS in uitvoering geen wachtlijst in Ieper, Kortrijk en Veurne en blijft de gehele wachtlijst voor Vlaanderen beperkt tot 265 nu, bedraagt hij in Wallonië 1320 en in Brussel 661.

Voor WS en leermaatregelen zijn er drie subsidiëringsKB’s. De minister wenst deze verscheiden financieringskanalen te stroomlijnen en overzichtelijk te maken, en van toepassing te maken op zowel de vrijheid onder voorwaarden, de bemiddeling in strafzaken, de probatie en de voorwaardelijke invrijheidstelling. Daardoor zal m.n. de toepassing van de WS makkelijker worden en het aantal toepassingen toenemen.

4.3. Bemiddeling en probatie

Voorts zijn er de inspanningen van justitie om een judiciarisering te vermijden. Dat kan door bemiddeling of bv. door preventief werk zoals gebeurt in talrijke vzw’s tegen bv. intrafamiliaal geweld of door het prioritair inlassen van een passage in de hulpverlening (zoals voor drugsverslaafden in het project Proefzorg te Gent).

5. Ten slotte

Het is nuttig dit volledige plaatje te bekijken, ook in het kader van de verzuchtingen van de vakbonden. Er zijn beloftes gemaakt. Die beloftes hadden een timing. Die timing wordt gerespecteerd. De minister komt zijn beloftes na. Loonsverwachtingen zijn een issue dat hier als dusdanig buiten staat. Loonsverwachtingen gaan niet over beloftes.

De Minister is bereid om te onderhandelen in een serene sfeer en rekening houdend met reële beperkingen. Hij begrijpt de verzuchtingen van de vakbonden en is ervoor ontvankelijk.

Jo Vandeurzen

Vice- Eerste Minister, Minister van Justitie en Institutionele hervorminge