Minister Jo Vandeurzen “Gerecht moet kunnen optreden op moment van de feiten”.

Jo Vandeurzen, Minister van Justitie, heeft met aandacht kennis genomen van de open brief van het Anti-Fascistisch Front, betreffende een eerbetoon die de zogenaamde Blood and Honour-groepering aanstaande zaterdag mogelijks op het Belgisch grondgebied zou laten plaatsvinden.

Het verkondigen van rassenhaat en het ontkennen van de genocide gepleegd door het Duitse nationaal-socialistische regime zijn verboden en strafbaar krachtens de wetten van 30 juli 1981 (wet tegen het racisme) en van 23 maart 1995 (wet tegen het negationisme).

Het “behoren tot een groep of tot een vereniging die kennelijk en herhaaldelijk discriminatie of segregatie verkondigt” en het verlenen van “medewerking aan zodanige groep of vereniging” is ook strafbaar (artikel 22, wet van 30 juli 1981).

Op 15 mei 2008 heeft de Minister schriftelijk aan de bevoegde instanties van het Openbaar Ministerie zijn bezorgdheid medegedeeld over de manifestaties die extreemrechtse skinheadbewegingen en neonazigroeperingen geregeld in ons land organiseren.

Naar aanleiding van de neonazibijeenkomsten van het voorbije voorjaar heeft het Federaal parket een onderzoek geopend, en neemt het de nodige maatregelen met het oog op coördinatie van de acties van de verschillende lokale parketten.

Er wordt dus wel degelijk opgetreden op gerechtelijk vlak. Momenteel heeft het gerechtelijk optreden ná de feiten plaats.

De gerechtelijke overheid heeft er mijn aandacht op gevestigd dat het gerechtelijk optreden sterk bemoeilijkt wordt door de zeer omzichtige werkwijze van voormelde groeperingen: die geven de precieze locatie van hun samenkomsten pas op het allerlaatste moment prijs. De gebruikte vergaderruimten die ze gebruiken zijn veelal privégebied en worden gehuurd onder voorwendsel van andersoortige activiteiten die de privésfeer betreffen. Daarom is een gerechtelijk optreden op het moment van de feiten, tijdens de manifestatie, zeer moeilijk.

Binnen het huidige wettelijke kader is het niet mogelijk om gebruik te maken van doorgedreven opsporingstechnieken zoals telefoontapmaatregelen en infiltratietechnieken.

De Minister stelt vast dat binnen het parlement sinds een paar maanden initiatieven genomen worden en er overleg is tussen verschillende partijen met het oog op wetgevende initiatieven die het gerecht maar ook de bestuurlijke overheid moeten toelaten tijdens de manifestatie op te treden.

De Minister ondersteunt deze initiatieven.

Jo Vandeurzen

Vice- Eerste Minister, Minister van Justitie en Institutionele hervormingen