Op 19 mei organiseerde de FOD Justitie de laatste sessie van dit seizoen van de Middagen van het Recht, een reeks studiemomenten waarop deskundigen dieper ingaan op juridische actuele topics.

Het centrale thema van deze sessie was internationale kinderontvoering en het belang van het kind. Magistraten, academici en andere deskundigen namen deel aan een levendig debat over de best mogelijke aanpak.

Professor Thalia Kruger, hoofddocent aan de Universiteit Antwerpen, verduidelijkte aan de hand van internationale rechtspraak en regelgeving dat de zoektocht naar het belang van het kind geen evidentie is. Er zijn immers diverse belangen in het spel, zoals de belangen van de ouders en de openbare orde. Ze wees op het belang om schijnbaar tegenstrijdige principes met elkaar te verzoenen, zoals de snelheid om tot een beslissing te komen tegenover een degelijke beoordeling van het geschil. Tot slot pleitte ze voor een inpassing van het belang van het kind in het juridisch kader (zowel in de wetgeving als in de rechtspraak).

Raadsheer aan het Brussels hof van beroep, mevrouw Myriam de Hemptinne, ging dieper in op het het  juridische aspect van de thematiek. Ze  besprak de onderlinge verhouding van de bestaande internationale regelgeving.  Volgens haar zijn de erkenning van beslissingen en het wederzijds vertrouwen van rechters in internationale geschillen rond ouderlijke verantwoordelijkheid essentieel om het best het belang van het kind te waarborgen. Ze wees tot slot op het belang van netwerken tussen rechters. Deze kunnen er voor zorgen om beslissingen sneller uitgevoerd te krijgen. 

 Karlijne Van Bree, juriste bij de FOD Justitie, directoraat generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden leidde het debat in goede banen. Ze verwees naar de ‘potpourri V-wet’, die momenteel in het parlement wordt besproken. Deze bevat een voorstel om de grensoverschrijdende procedures bij kinderontvoeringen te verbeteren om zo tot een snellere afhandeling door de gerechten te kunnen komen.