België telt 38 gevangenissen. Er zijn verschillende soorten gevangenissen en ze liggen verspreid over het land. Het beheer van de gevangenissen is in handen van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen. De kernopdracht van dat departement is om straffen op een correcte, veilige en menselijke manier uit te voeren én om gedetineerden te helpen bij hun voorbereiding op hun terugkeer naar de samenleving

De FOD Justitie investeert meer en meer in een diverse strafuitvoering. Dat betekent meer detentie op maat, waarbij de penitentiaire omgeving, beveiliging en regime beter zijn afgestemd op het profiel van gedetineerden. Dat biedt de beste kansen op een zinvol en succesvol detentietraject. 

Soms wordt over gevangenissen gesproken met de termen ‘arresthuizen’ en ‘strafhuizen’. In arresthuizen verblijven beklaagden, personen die nog niet veroordeeld zijn. Ze zitten daar in voorlopige hechtenis. Strafhuizen zijn de gevangenissen voor veroordeelden.  

Klassieke gevangenissen

De meeste gevangenissen zijn klassieke gevangenissen: 

  • De gesloten gevangenissen zijn uitgerust met alle nodige bewakingsmiddelen en veiligheidsvoorzieningen, zoals een omheiningsmuur, tralies, veiligheidsdetectie, enz. Gedetineerden zijn hier het meest beperkt in hun vrijheid en brengen het grootste deel van hun tijd in de cel door.
  • De gevangenissen in Hoogstraten, Ruiselede, Marneffe en Saint-Hubert zijn open gevangenissen. Er gelden minder strenge veiligheidsmaatregelen. Gedetineerden aanvaarden er vrijwillig het gevangenisregime. Vaak werken de gedetineerden overdag op of buiten het gevangenisterrein. 
  • De gevangenis in Haren is een heus gevangenisdorp en bestaat uit meerdere gebouwen die elk hun eigen functie hebben. Er zijn zowel open als meer beveiligde afdelingen. Gedetineerden leven in kleine groepen om het groepsleven en hun autonomie te bevorderen.
  • De gevangenis in Paifve is een inrichting tot bescherming van de maatschappij. Er verblijven enkel geïnterneerden. Dat zijn mensen met een psychiatrische aandoening die een misdrijf hebben gepleegd. 

Kleinschalige detentie: detentiehuizen en transitiehuizen

Er zijn ook detentiehuizen en transitiehuizen. Dat zijn beide kleinschalige inrichtingen waar gedetineerden – we spreken over bewoners – in groep samenleven en vanaf dag één onder intensieve begeleiding hard werken aan hun re-integratie. Alles is erop gericht dat de bewoners hun leven terug op de rails krijgen en na hun vrijlating niet hervallen in criminele feiten. 

Het verschil tussen beide? In een detentiehuis zitten kortgestraften (gevangenisstraf van max. 3 jaar). In een transitiehuis verblijven veroordeelden die vanuit een klassieke gevangenis worden overgebracht om het laatste deel van hun straf uit te zitten. Voor de eerste groep ligt de focus op het behouden van de band met de samenleving en voor de tweede groep op het terug opbouwen van die band. Daarnaast staat in een detentiehuis gevangenispersoneel in voor de begeleiding van de gedetineerden en de organisatie van het huis, terwijl dat in een transitiehuis in handen ligt van een externe partner. 

Ondanks de meer huiselijke sfeer zijn detentiehuizen en transitiehuizen gesloten en beveiligde omgevingen waar strikte regels gelden. Bewoners hebben in het huis meer vrijheden dan in een klassieke gevangenis, maar kunnen niet zomaar binnen of buiten.